2.7 grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

2.7 grammatica

Vorige les

- Hoofdzin en bijzin
- Voegwoorden

Zijn er nog vragen?

Leerdoelen

Je kunt de zinsdelen benoemen
(PV, WG, O, LV, MV en BWB)

Werkboek blz. 153

Opdr. 1c

Na haar beurt zou Sterre de boog aan Boyan geven.

Hoe goed beheers ik de zinsdelen?

😒🙁😐🙂😃

Herhaling zinsdelen

PV

Zinsdelen

WG

O

LV

MV

BWB

Persoonsvorm

- Maak de zin vragend         persoonsvorm staat vooraan.​
OF

Verander de zin van tijd tt            vt​

 

- Zet een streep onder de PV 

Zinsdelen

Bekijk welke woorden je voor de persoonsvorm kunt zetten

Werkwoordelijk gezegde (WG)

PV + alle andere werkwoorden in de zin​

Onderwerp (O)

Wie/wat + WG

Lijdend voorwerp (LV)

Wie/wat + WG + O

Meewerkend voorwerp (MV)

Aan wie/voor wie + WG + 0 +LV 

Bijwoordelijke bepaling (BWB)

‘Alles wat overblijft’

Wanneer? Waar? Hoe? Waarom? Waardoor? Waarmee?

Maken

2.7: opdracht 6
Tijd over? opdracht 3 en 4

Keuze: zelfstandig of klassikaal.

Klassikaal starten we met met opdr. 6

Handboogschutters laten jongen met ADHD op een praktische

 en effectieve manier hun concentratie herkennen.

deel 2

Vorige les

Zinsdelen

Nakijken opdr. 3, 4 en 6

Welke fout zie je?

Hun hebben gewonnen.

Welke fout zie je?

Hij heb ik altijd geloofd.

Keuze

Zelfstandig aan het werk

of

Klassikaal

-Opdracht 10

Klaar?
- Oefen de woorden in Quizlet