§6.4 Komt de overheid rond?

§6.4 Komt de overheid rond?
Mooie plannen: minder belasting betalen en meer geld voor onderwijs, gezondheidszorg, het leger en nog veel meer. Maar heeft de overheid daar wel voldoende geld voor? In deze paragraaf leer je dat de overheid keuzes moet maken om rond te komen.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

§6.4 Komt de overheid rond?
Mooie plannen: minder belasting betalen en meer geld voor onderwijs, gezondheidszorg, het leger en nog veel meer. Maar heeft de overheid daar wel voldoende geld voor? In deze paragraaf leer je dat de overheid keuzes moet maken om rond te komen.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen:
  1. Je weet wat de rijksbegroting is.
  2. Je kunt miljoenen en miljarden juist noteren en ermee rekenen.
  3. Je kunt uitleggen wat de miljoenennota en de rijksbegroting met elkaar te maken hebben.
  4. Je weet wat een begrotingstekort is en wat de overheid daaraan kan doen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel 1:
Je weet wat de rijksbegroting is.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Lien

Scrol naar beneden en laat de inkomsten en uitgaven zien van een land. 
Leerdoel 2:
Je kunt miljoenen en miljarden juist noteren en ermee rekenen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe dan?
1.000.000.000 = 1 miljard
         1.000.000 = 1 miljoen
             100.000 = honderdduizend 
                10.000 = tienduizend 
                   1.000 = duidend
                      100 = honderd
                         10 = tien

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel 3:
Je kunt uitleggen wat de miljoenennota en de rijksbegroting met elkaar te maken hebben.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel 4:
Je weet wat een begrotingstekort is en wat de overheid daaraan kan doen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is er een tekort of een overschot?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar komt het geld vandaandat de overheidtekort komt?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekort of overschot
Begrotingstekort = meer uitgaven dan inkomsten.
Begrotingsoverschot = meer inkomsten dan uitgaven.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen:
  1. Je weet wat de rijksbegroting is.
  2. Je kunt miljoenen en miljarden juist noteren en ermee rekenen.
  3. Je kunt uitleggen wat de miljoenennota en de rijksbegroting met elkaar te maken hebben.
  4. Je weet wat een begrotingstekort is en wat de overheid daaraan kan doen.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions