5.3 - Een Gouden leven b2b 2022

5.3 - Een gouden leven
5.3 - Een gouden leven
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

5.3 - Een gouden leven
5.3 - Een gouden leven

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
- Kort herhaling 5.2 
- Uitleg paragraaf 5.3 
- Een tolerant land (klimaat)
- Begin wetenschappelijke revolutie
- De keerzijde van de Gouden Eeuw
- De bloei van de schilderkunst

Slide 2 - Diapositive

5.3 Leerdoelen
Je kan de volgende begrippen uitleggen:
  •  tolerant, wetenschappelijke revolutie, ambachtslieden.
  • Je kan drie gevolgen van de Gouden Eeuw noemen en uitleggen.
  • Je weet dat er grote verschillen waren tussen rijk en arm in de Gouden Eeuw
  • Je kan uitleggen waarom er vanuit heel Europa veel mensen naar de Republiek verhuisden.
  • Je kent vier schilders uit de Gouden Eeuw.
  • Je kan kunstwerken die in de Gouden Eeuw in Nederland zijn gemaakt herkennen.
  • Je kent vier wetenschappers uit de wetenschappelijke revolutie.

Slide 3 - Diapositive

1-De Gouden Eeuw is de periode tussen:
A
1700-1800
B
1600-1700
C
1500-1600
D
1500-1700

Slide 4 - Quiz

Welk begrip hoort bij de VOC
A
Oorlog tegen Spanje
B
Driehoekshandel
C
Aandelen
D
Wapens alcohol en textiel

Slide 5 - Quiz

Wat betekent: de VOC had het monopolie op de handel met Indië?

Slide 6 - Question ouverte

Waarom begon de VOC met het verkopen van aandelen?

Slide 7 - Question ouverte


Welk begrip hoort bij de WIC ?
A
Specerijenhandel
B
Slavenhandel
C
Handelsmonopolie
D
Azië

Slide 8 - Quiz

Hanze steden (Oostzeehandel

Slide 9 - Diapositive

Welke handel leverde de Republiek het meeste geld op?
A
De VOC
B
De WIC
C
De handel met het Oostzeegebied
D
De stapelmarkten

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Wat wordt bedoeld met tolerant?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

5.3.2 Een tolerant land 
  • Handel -> welvaart & contact met het buitenland (werkgelegenheid)

  • Tolerant: verdraagzaamheid tegenover mensen met andere ideeën over bijvoorbeeld geloof (mocht geen gevaar zijn voor de staat)

  • Calvinisme: staatsgodsdienst, maar andere geloven getolereerd
       Bv: Katholieken - tweederangs burgers - gedoogd, maar niet vervolgd 
      (onder andere: schuilkerken) Voorbeeld?

Slide 14 - Diapositive

Dag vaderland!
Vluchtelingen naar de Republiek uit: 
  • Frankrijk: Lodewijk XIV optreden tegen protestanten
  • Spanje en Portugal: vluchten vanwege Ideeën

Onder andere: Spinoza en René Descartes

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Grote denkers
  • Hugo de Groot: internationaal recht
  • Christiaan Huygens :slingeruurwerk
  • Antoni van Leeuwenhoek: microscoop (bacteriën)

Begin wetenschappelijke revolutie

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

De 'Gouden' Eeuw
Niet overal even veel welvaart:
  • Armen woonden buiten de stad of in een     armen- of aalmoezeniershuizen
  • Armenzorg (kerken)

Moeilijk beoordelen wie recht had op bijstand

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

De bloei van de schilderkunst
Veel rijkdom door de handel
  • Luxe producten (dure kleding, grachtenpanden, meubels)
  • Portretten 
  • Exotisch voedsel en bloemen
  • Ook zeegezichten, stillevens en landschappen, dagelijks leven: niet alleen voor de rijken

Weinig schilderijen in opdracht van de kerk

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Geef aan waarom volgens het filmfragment vrouwen in de Gouden Eeuw in de Republiek een bijzondere positie hadden.

Slide 28 - Question ouverte

In de Gouden Eeuw kon 51 % van de vrouwen lezen, schrijven en besturen. Dat was nergens anders in Europa zo.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

de Gouden Eeuw:
wel of niet?
A
niet
B
wel

Slide 33 - Quiz

de Gouden Eeuw:
wel of niet?
A
wel
B
niet

Slide 34 - Quiz

de Gouden Eeuw:
wel of niet?
A
wel
B
niet

Slide 35 - Quiz

de Gouden Eeuw: wel of niet?
A
wel
B
niet

Slide 36 - Quiz

de Gouden Eeuw:
wel of niet?
A
niet
B
wel

Slide 37 - Quiz