H1 Het geraamte

Beweging
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Beweging

Slide 1 - Diapositive

H1 Het skelet / geraamte

Slide 2 - Diapositive

 Leerdoelen vervolg
  • Je kunt de kenmerken van zoolgangers, teengangers hoefgangers beschrijven en herkennen in afbeeldingen.
  • Je kunt bij verschillende diersoorten de plek van tenen/vingers, voeten/handen, onderarm/onderbeen en dijbeen/bovenarm op afbeeldingen onderscheiden.
  • VWO: Je kunt de skeletten van mens en dier vergelijken en uitleggen waartoe verschillen dienen.

Slide 3 - Diapositive

 Leerdoelen
  • Je kunt de 5 functies van het skelet noemen en uitleggen hoe het skelet ervoor zorgt.
  • Je kunt 30 namen van beenderen van het skelet aanwijzen en benoemen.
  • Je kunt de 7 verschillende botgroepen noemen en de botten noemen die bij elke groep horen.

Slide 4 - Diapositive

Het skelet / geraamte

Slide 5 - Diapositive

Waarvoor dient het skelet
  1. Stevigheid (anders ben je net een pudding!)
  2. Vorm (bv. de vorm van je schedel bepaald de vorm van je hoofd)
  3. Bescherming (bv. de borstkas beschermt je hart en longen)
  4. Beweging mogelijk maken (aan botten zitten spieren vast, dankzij spieren kunnen botten > en dus het lichaam, bewegen
  5. In het Beenmerg worden bloedcellen gemaakt

Slide 6 - Diapositive

0

Slide 7 - Vidéo

Schedel

Als je naar de schedel kijkt zie je dat je bepaalde onderdelen mist.

Welke onderdelen zijn dit?

Hoe komt het dat die onderdelen er niet meer zijn?

Slide 8 - Diapositive

0

Slide 9 - Vidéo

Fontanellen: de ruimten tussen de schedelbeenderen. 

De schedelbeenderen van een baby zitten nog niet aan elkaar vast. Tussen de botten van de schedel bevinden zich ruimten.

Na ongeveer anderhalf jaar  zijn de fontanellen dicht gegroeid.


Slide 10 - Diapositive

0

Slide 11 - Vidéo

De wervelkolom

Slide 12 - Diapositive

Botgroepen
schedel 
borstkas 
schoudergordel 
bekkengordel 
wervelkolom 
voorpoot 
achterpoot


Slide 13 - Diapositive

zoolganger/ teenganger/ topganger (hoefganger)

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Dieren met een geraamte

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Lien

Welke 5 functies heeft het skelet?

Slide 19 - Question ouverte

Hoe heet nr 3?
A
sleutelbeen
B
schouderblad
C
borstbeen
D
opperarmbeen

Slide 20 - Quiz

Dit been noemen we.........
A
dijbeen
B
spaakbeen
C
ellepijp
D
opperarmbeen

Slide 21 - Quiz

In het puntje van je neus zit
A
Been
B
Kraakbeen

Slide 22 - Quiz

Hoe heet de verbinding waarmee de fontanellen (een soort botplaten) van een schedel aan elkaar zitten?
A
Gewrichtverbinding
B
Kraakbeenverbinding
C
Naadverbinding
D
Vergroeiing

Slide 23 - Quiz

Hoe heet het OP EEN NA onderste botje van de wervelkolom
A
Staartbeen
B
De Borstwervel
C
Het lendenbotje
D
Het Heiligbeen

Slide 24 - Quiz

Hoe heet het groene bot?
A
Sleutelbeen
B
Dijbeen
C
Schoudergordel
D
Schouderblad

Slide 25 - Quiz

Hoe heet het bot dat zonder spieren loshangt bij de schedel?
A
kaak
B
tanden
C
schedel
D
oogkas

Slide 26 - Quiz

Een voorbeeld van een topganger is...
A
Een kat
B
Een beer
C
Een paard
D
Een mens

Slide 27 - Quiz

Wat voor een soort verbinding zorgt ervoor dat jouw ribben en borstbeen aan elkaar zitten en een relatief buigzaam geheel vormen?
A
Vergroeiing
B
Gewrichtsverbinding
C
Kraakbeenverbinding
D
Naadverbinding

Slide 28 - Quiz

Is een geit een hoefganger, teenganger of een topganger?
A
Hoefganger
B
Teenganger
C
zoolganger

Slide 29 - Quiz

Waar horen honden bij?
A
hoefgangers
B
teengangers
C
zoolgangers

Slide 30 - Quiz

0

Slide 31 - Vidéo

0

Slide 32 - Vidéo