Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Les 17
1 / 50
suivant
Slide 1:
Diapositive
Sdfsdf
Secundair onderwijs
Cette leçon contient
50 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
1 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Welke dialecten/accenten hebben de mensen in jouw familie?
Slide 5 - Carte mentale
Slide 6 - Diapositive
Welke andere talen spreek je naast Nederlands?
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Slide 10 - Vidéo
Denk je dat de dialect- en accentverschillen in het Nederlands groter of kleiner zijn dan in de meeste Europese talen?
A
Groter
B
Kleiner
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Diapositive
Het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik is een verschil in...
A
Dialect
B
Register
C
Accent
Slide 41 - Quiz
Standaardnederlands is een voorbeeld van...
A
Formeel taalgebruik
B
Informeel taalgebruik
Slide 42 - Quiz
Wat is het verschil tussen een taal en een dialect?
A
Een dialect wordt door minder mensen gesproken dan een taal
B
Een taal heeft zijn eigen grammaticaregels, maar een dialect niet
C
Een taal heeft een officiële (politieke) status, een dialect niet
Slide 43 - Quiz
Dialecten hebben...
A
Hun eigen klanken, woordenschat en grammatica
B
Hun eigen klanken, maar dezelfde woordenschat en grammatica als de standaardtaal
Slide 44 - Quiz
Wat blijkt *niet* uit onderzoeken?
A
Mensen vinden standaardtaalsprekers slimmer dan dialectsprekers
B
Mensen vinden standaardtaalsprekers gezelliger dan dialectsprekers
C
Mensen vinden standaardtaalsprekers rijker dan dialectsprekers
Slide 45 - Quiz
Hoe noemen we de algemene, informele omgangstaal in Vlaanderen?
A
Standaardnederlands
B
Regiolect
C
Algemeen Nederlands
D
Tussentaal
Slide 46 - Quiz
'Limburgs' als taal van Nederlands en Vlaams Limburg is een voorbeeld van een ...
A
Standaardtaal
B
Dialect
C
Regiolect
D
Tussentaal
Slide 47 - Quiz
Slide 48 - Diapositive
Slide 49 - Diapositive
Slide 50 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Taalvariatie Zenit
Novembre 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Taalvariatie Zenit
il y a 15 jours
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Taalvariatie Zenit
il y a 2 jours
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Zender - ontvanger: dialect
Novembre 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Standaardnederlands, tussentaal, dialect
Novembre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Het register DEF
Septembre 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Het register
Avril 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Taalvariatie Traject 6
Septembre 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs