@Forum 21 1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Neue Kontakte flex

Im Mai legen alle Vögel ein Ei!

Planung der Stunde (normal)

1  Anwesend?      +   wichtige informationen Klassenarbeit  21 (E-Mail von gestern!)

 

2 voor= vor +3/4 oder für +4
    naar = nach/in/zu        

                         

3 Schreibaufgaben Woche 12, Woche 14 und Woche 16

   Alles gemacht? =>

4 Ende der Stunde mit den letzten  Fragen (Feedback und eure Fragen)

        

2 Grammatik

voor= vor +3/4 oder für +4

    naar = nach/in/zu   

vor oder für

vor =letterlijk (plaats / tijd / oorzaak(nl=van))

wo/wann = +3                  wohin = 4

Der Baum steht vor dem Haus.

Der Spieler rennt vor das Tor.

                    

für = figuurlijk (bestemd voor)

altijd +4

Das Geschenk ist für meine Mutter/sie.

    naar = nach/in/zu   

in       NAAR landen met een lidwoord / naar binnen gaan

Ich fahre in die Niederlanden ins Kino.

nach               NAAR aardrijkskundige namen zonder lidwoord / vaste uitdrukking

Du fährst nach unten/links/Hause.

Er fährt in den Urlaub nach Terschelling.

zu         NAAR personen/dingen

Ich fahre zum Bahnhof / zu meiner Tante.

3 Schreibaufgaben

Woche 12

Woche 14

Woche 16/17

machen.

Fertig? Dann kannst du lernen für die Klassenarbeit oder anfangen mit Periode 5!

4 Ende der Stunde

Fragen zum Schluss.

Welke vormen van het Nederlandse woord ken je.    zu nach in

in +4 => naar binnen gaan + landen met lidwoord

nach  => aardrijkskundige namen en bij vaste combinaties (Hause / links / rechts / oben / unten

zu + 3 => personen + dingen

Weet je wat je moet kennen en kunnen voor de toets

Heb je de grammatica begrepen?
voor en naar

1. ja
2. nein
3. jain
4. noch einmal erklären

Ben je tevreden met wat je deze les gedaan hebt?

1. Ja
2. Nein
3. Jein
4. Solala

Danke und

auf wiedersehen