Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
BG 16 Aanwijzend voornaamwoord
Eenvoudige
Basisgrammatica NT2
1 / 38
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
ISK
vmbo k
Leerjaar 1
Cette leçon contient
38 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Eenvoudige
Basisgrammatica NT2
Slide 1 - Diapositive
Zijn we er allemaal?
Stop je je telefoon in je zakkie in je tas?
Heb je je spullen klaarliggen?
Heb je je huiswerk gemaakt?
De afspraken
Slide 2 - Diapositive
Aanwijzend voornaamwoord
Na de les:
weet je wat een aanwijzend voornaamwoord is
ken je voorbeelden van een aanwijzend voornaamwoord
weet je wanneer je een aanwijzend voornaamwoord moet gebruiken
Slide 3 - Diapositive
Het aanwijzend voornaamwoord
wijst iets of iemand aan
kan in plaats van het lidwoord staan
staat voor het zelfstandig naamwoord
de leerling -> die leerling, deze leerling
Bij een het-woord gebruik je altijd dat of dit.
Bij een de-woord gebruik je altijd die of deze.
Slide 4 - Diapositive
Aanwijzend voornaamwoord
Precies/exact!!!
Die computer
Deze tafel
Dat boekje
Dit kopje
Slide 5 - Diapositive
voorbeelden
Bij een
he
t
-woord
gebruik je altijd
da
t
of di
t
.
Bij een
d
e
-woord
gebruik je altijd
di
e
of dez
e
.
Slide 6 - Diapositive
voorbeelden
de jongen - deze / die jongen
de avond - deze / die avond
het meisje - dit / dat meisje
het huis - dit / dat huis
Slide 7 - Diapositive
Ver weg of dichtbij:
dichtbij
deze
(bij een de-woord)
of
dit
(bij een het-woord).
verder weg
die
(bij een de-woord) of
dat
(bij een het-woord).
.
Slide 8 - Diapositive
Een aanwijzend voornaamwoord wijst naar:
A
Dingen
B
Mensen
Slide 9 - Quiz
Wat is een aanwijzend voornaamwoord?
A
die, dit
B
jouw, mijn
C
ik, jij
Slide 10 - Quiz
"Waarom" is een aanwijzend voornaamwoord
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
Wat is GEEN aanwijzend voornaamwoord
A
Dat
B
Daar
C
Dit
D
Deze
Slide 12 - Quiz
Wat is het aanwijzend voornaamwoord?
Zie je die jongen daar?
A
Zie
B
je
C
die
D
daar
Slide 13 - Quiz
Welk aanwijzend voornaamwoorden zijn goed?
A
die pen
B
deze pen
C
dit pen
D
dat pen
Slide 14 - Quiz
Welke aanwijzende voornaamwoorden zijn goed?
A
die pen
B
deze pen
C
dit pen
D
dat pen
Slide 15 - Quiz
Welk aanwijzend voornaamwoord is goed?
A
dit potlood
B
deze potlood
C
die potlood
D
dat potlood
Slide 16 - Quiz
Welke aanwijzende voornaamwoorden zijn goed?
A
dit potlood
B
deze potlood
C
die potlood
D
dat potlood
Slide 17 - Quiz
Welke aanwijzende voornaamwoorden zijn goed?
A
dit potlood
B
deze potlood
C
die potlood
D
dat potlood
Slide 18 - Quiz
Welk aanwijzend voornaamwoord is goed?
A
Deze vaccinatie
B
Dit vaccinatie
Slide 19 - Quiz
Welk aanwijzend voornaamwoord is goed?
A
Deze virus
B
Dat virus
Slide 20 - Quiz
Aanwijzend voornaamwoord
We hebben ... auto gewassen.
A
die
B
dit
C
deze
D
dat
Slide 21 - Quiz
Aanwijzend voornaamwoord
Ik heb ... bericht niet gelezen.
A
die
B
dit
C
deze
D
dat
Slide 22 - Quiz
Waar staat een aanwijzend voornaamwoord?
A
Mijn boek
B
Welke jongen
C
Mag ik naar huis?
D
Die docent
Slide 23 - Quiz
Waar staat een aanwijzend voornaamwoord?
A
Dat grapje
B
Haar schoenen
C
Wat eten wij?
D
Hoe gaat het?
Slide 24 - Quiz
Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord.
.... onderbroek
A
Deze
B
Dit
Slide 25 - Quiz
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de zin:
Van wie is die jas?
A
die
B
jas
C
van
D
is
Slide 26 - Quiz
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de zin:
Deze broek is te groot.
A
broek
B
te
C
deze
D
groot
Slide 27 - Quiz
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de volgende zin:
In deze klas zitten slimme leerlingen.
A
In
B
deze
C
klas
D
zitten
Slide 28 - Quiz
Heb jij die nieuwe docent al gezien?
Wat is het aanwijzend voornaamwoord?
A
heb
B
jij
C
die
D
al
Slide 29 - Quiz
Deze, die, dat en dit zijn aanwijzende voornaamwoorden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 30 - Quiz
Als iets verder weg is, welke aanwijzende voornaamwoorden gebruik ik dan?
Slide 31 - Question ouverte
Als iets dichtbij is, welke aanwijzende voornaamwoorden gebruik ik dan?
Slide 32 - Question ouverte
Welk aanwijzende voornaamwoorden ken jij?
Slide 33 - Question ouverte
Maak zelf een zin met een aanwijzend voornaamwoord.
Slide 34 - Question ouverte
Maak zelf een zin met een aanwijzend voornaamwoord dat iets dichtbij aangeeft.
Slide 35 - Question ouverte
Maak zelf een zin met een aanwijzend voornaamwoord dat iets veraf aangeeft.
Slide 36 - Question ouverte
Wat zijn de aanwijzende voornaamwoorden in deze zin?
Ik weet dat dit boek in deze kast staat.
Slide 37 - Question ouverte
Aanwijzend voornaamwoord
weet je wat een aanwijzend voornaamwoord is?
ken je voorbeelden van een aanwijzend voornaamwoord?
weet je wanneer je een aanwijzend voornaamwoord moet gebruiken?
Slide 38 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Aanwijzend voornaamwoord
Octobre 2024
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
ISK
vmbo k
Leerjaar 1
Aanwijzende voornaamwoord M1b 20-02-24
Mars 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
ISK
vmbo k
Leerjaar 1
Aanwijzende voornaamwoorden
Octobre 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 8
Aanwijzende voornaamwoorden
Octobre 2022
- Leçon avec
22 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 8
Woordsoorten groep 7
Juin 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Aanwijzend voornaamwoord
Mars 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
ISK
vmbo k
Leerjaar 1
Aanwijzend voornaamwoord
Mars 2024
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
ISK
vmbo k
Leerjaar 1
Aanwijzende voornaamwoord
Novembre 2023
- Leçon avec
16 diapositives