6.2 PET en 6.3 In de fabriek

In de fabriek
Hoofdstuk 6
Paragraaf 3
HAVO/VWO klas 2

1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
W&TMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

In de fabriek
Hoofdstuk 6
Paragraaf 3
HAVO/VWO klas 2

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen deze les 
1. Ik kan beschrijven hoe PET gemaakt wordt. 
2. Ik kan beschrijven hoe PET flessen recyclet worden. 
3. Ik kan in eigen woorden het productieproces van een frisdrank uitleggen
4. Ik kan een blokschema van een productieproces tekenen.
5. Ik kan het verschil tussen handmatige-, machinale- en geautomatiseerde productie uitleggen.
6. Ik kan het verschil tussen stuk- en serieproductie benoemen


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

PET flessen
Polyethyleentereftalaat

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voordelen van een PET fles
  • afsluitbaar
  • sterk materiaal
  • licht
  • onbreekbaar
  • je kunt het in iedere vorm blazen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vormblazen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Recyclen of hergebruiken
Bij recyclen wordt de fles vermalen
tot granulaat.

Statiegeldflessen
kun je 
hergebruiken.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voordeel van een PET fles ten opzichte van een blikje.

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Van welke materialen wordt blik gemaakt?
A
staal met een dun laagje tin
B
aluminium
C
aluminium met een dun laagje staal
D
aluminium met een dun laagje tin

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de fabriek

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een productieproces
Een productieproces beschrijft alle bewerkingen die je moet uitvoeren om een bepaald product te maken. 

In een blokschema kun je de stappen lezen welke er in een productieproces uitgevoerd moeten worden.


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

De productie van frisdrank bestaat voornamelijk uit mengen. Water wordt met suiker gemengd om siroop te maken. Daarin worden weer geur-, kleur- en smaakstoffen gemengd. En later wordt er water met koolzuur bij gemengd.
Suiker dat je in water mengt, moet oplossen. De korrelgrootte van de suiker en de temperatuur van het water zijn daarbij van belang.
Impregneren is ook een vorm van mengen. Het verschil is dat je geen vaste stof in een vloeistof mengt, maar dat je een gas in een vloeistof mengt. Het lastige bij impregneren is dat het bij hoge druk gebeurt, namelijk bij 2 à 3 bar. Dit stelt eisen aan de tanks en het leidingsysteem.

https://www.fws.nl/frisdrank/productieproces
Industriële proces
Naast dat de frisdrank gemaakt moet worden, moet de frisdrank ook in blikjes of flessen verpakt worden. In een Industriële proces is het gehele proces van begin product tot eindproduct.


Een Industriële blokschema heeft 3 fases
1. Input --> wat stop je in het proces
2. Proces- -> alles wat er gebeurt om het product te maken
3. Output --> Het eindproduct. Hoe verlaat het product de fabriek

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het filteren van het bronwater , hoort bij de stap ....
A
Input
B
Proces
C
Output

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het toevoegen van suikers in bronwater om bijvoorbeeld sprite te maken, hoort bij de stap ....
A
Input
B
Proces
C
Output

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende soorten productie

  1. Handmatig proces : Een proces waarbij alles met de hand gedaan wordt
  2. Machinaal proces: Een  proces waarbij machines en apparaten hulp bieden
  3. Geautomatiseerd proces: Machines worden aangestuurd door computers. Een procesoperator bestuurd de machines via een computersysteem  

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De citroenpers op deze foto hoort bij het volgende proces
A
Machinaal
B
Geautomatiseerd
C
Handmatig

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende soorten productiemethodes
1. Stukproductie: product wordt één voor één gemaakt.
2. Serieproductie: Iedereen doet een andere opdracht van he proces. De ene snijdt, de ander soldeert en de laatst plakt het etiket erop.
3. Massaproductie: Er worden in korte tijd grote hoeveelheden van het product gemaakt (soms wel duizenden per minuut).

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Maak de rest van 6.2 en van 6.3 t/m 12 zeker. Je mag de rest ook al maken (dan loop je iets voor). 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een productielijn
Alle stappen in een productieproces noem je een productielijn.
De stappen in de productielijn zitten in een vaste volgorde. 
De productielijnen zijn aangepast aan de soort verpakking. 

Hiernaast is een productielijn voor blikjes frisdrank te zien. 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer draait een fabriek goed?
  1. In de fabriek moeten alle machines goed op elkaar af zijn gestemd. Ze moeten in hetzelfde tempo werken. 
  2. De machines worden aangestuurd door een PLC's (Programmable Logic Controller). Deze apparaten hebben een programmeerbare microprocessor, waardoor hij alle processen met elkaar af kan stemmen.
  3. Bij een probleem in de productielijn wordt het proces automatisch stopgezet. Zo voorkom je problemen met het product of gevaarlijke situaties voor medewerkers

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De onderdelen van een productielijn
  1. Alle machines blijven op hun plaats. De blikjes leggen de hele route langs de machines af. Dit gebeurt vaak aan de hand van een lopende band (of te wel transportband)
  2. Een transportband is een riem die over twee cilinders loopt. Deze cilinders heten trommels. De trommels worden aangedreven door een motor.
  3. Het nadeel van een transportband is, dat hij snel slijt. 

  1. Grotere producten gaan over een rollenbaan. Een rollenbaan bestaat uit rails waartussen rollen van staal of kunststof zitten. Een rollenbaan slijt minder snel. Daarnaast kun je hem in allemaal vormen en lengtes laten bouwen
  2. Een horizontale of omhoog lopende rollenbaan heeft een motor als aandrijving nodig.  De overbrenging van de motor tot de baan gebeurt met een ketting, aandrijfriem of V-snaar.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een nadeel van een V-snaar aandrijving?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Scheidingstechnieken
  • Filtreren
  • Indampen
  • Extraheren


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Filtreren
  • Voorbeeld: koffiezetten
  • Is gebaseerd op:
  • verschil in deeltjesgrootte

Andere voorbeelden?

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit dat een filter met kleine poriën beter werkt in de scheikunde dan een filter met grote poriën.

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar gebruik je thuis filtreren? Noem meerdere dingen.

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Extraheren
Stofeigenschap: Oplosbaarheid
Soorten mengsels: Vaste stoffen 
Na extraheren moet je nog filtreren.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij extraheren lossen een deel van de stoffen op in water.
Welk verschil in stofeigenschap wordt er gebruikt bij extraheren?

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Indampen
Stofeigenschap: Kookpunt
Soort mengsels: Oplossingen

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indampen
De stof in het indampschaaltje noemen we het RESIDU

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indampen

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als ik zeewater ga indampen wat hou ik dan over?

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppel de juiste eigenschappen bij de juiste scheidingsmethoden
Extraheren
Filtreren
Indampen
deeltjesgrootte 
kookpunt
oplosbaarheid 

Slide 34 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg
Sleep de blauwe vlakjes (met een plaatje of beschrijving erin) naar de juiste scheidingsmethode. Let op! Sommige kunnen bij meerdere scheidingsmethodes. 
Waterkoker met kalkaanslag
timer
1:00
Filtreren
Indampen
Extraheren
Suiker uit water halen
Geur- en smaakstoffen uit de theeblaadjes halen

Slide 35 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Productieproces 
In het filmpje hiernaast zie je de productie van karton.
Schrijf mee, welke stappen worden er genomen?
Na het filmpje deelt ieder hem.  

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 37 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Plaats het productieproces van karton in de juiste volgorde.
stap 1 
stap 2
stap 3
stap 4


het papier warm en vochtig maken
het papier drogen met een ribbelwals
het karton op de ribbel lijmen
De boven en onderkant van het karton met lijm insmeren

Slide 38 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Plaats het productieproces van karton in de juiste volgorde.
stap 1 
stap 2
stap 3
stap 4


het papier warm en vochtig maken
het papier drogen met een ribbelwals
het karton op de ribbel lijmen
De boven en onderkant van het karton met lijm insmeren

Slide 39 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Deel hier je productieproces.

Slide 40 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Maken
6.3 = Opdracht 3, 5 t/m 12, 14, 16 en 17 + de extra opdrachten over scheidingsmethoden (deze staan op SOM!)

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Logistiek
Hoofdstuk 6
Paragraaf 5
HAVO/VWO klas 2

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 6.5

1. Ik kan in eigen woorden uitleggen wat logistiek betekend
2. Ik kan uitleggen wat het begrip ‘interne transport’ betekend
3. Ik kan in eigen woorden uitleggen wat distributie betekend
4. Ik kan in eigen woorden uitleggen wat informatiestromen te maken heeft met logistiek
5. Ik kan het verschil tussen grootschalige- en kleinschalige logistiek

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Logistiek
Het proces om producten op het juiste moment op de juiste plaats krijgen noemen we logistiek
Alle onderdelen moeten binnen een bedrijf op de juiste plaats worden gebracht. Dit noem je interne transsport. Bij interne transport  gebruik je transportmiddelen zoals een heftruck, pallettruck, smalle- gangentruck

Bij het produceren van ingewikkelde producten (auto's) speelt logistiek een belangrijke rol. 

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg in eigen woorden uit waarom logistiek extra belangrijk is bij het produceren van auto's.

Slide 45 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 46 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Distributie
  • Producten die klaar zijn ->  groothandel. De groothandel slaat de goederen op ->  naar winkels. 
  • Soms worden er  meerdere goederen in de groothandel nog samengevoegd tot een eindproduct. Denk bijvoorbeeld aan de Nederlandse gebruiksaanwijzingen in Chinese zaklampjes. 
  • Door distributie ontstaat er een goederenstroom. Een goederenstroom is de route die goederen moeten afleggen om de eindbestemming te bereiken. 
?
Het opslaan/vervoeren van goederen

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg in eigen woorden de goederenstroom van een AliExpress pakketje uit.

Slide 48 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Informatiestromen?
Goederenstromen veroorzaken ook informatiestromen. 
Informatie van winkelier ->  groothandel ->  magazijn
Winkelier/ groothandel -> boekhouding (factuur)
Magazijn ->  voorraadadministratie. 
Magazijn/groothandel ->  transport
Voorraadadministratie ->  leverancier

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar moet de logistiek allemaal rekening mee houden?

Door grootschaligheid is logistiek heel belangrijk geworden. De volgende aspecten zijn belangrijk binnen de logistiek bij grootschaligheid:

  1.  Tijd is geld.
  2. Duurzaamheid (zuinig in energie en grondstoffen)


Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke manier zou volgens jou de logistiek duurzamer te werk kunnen gaan?

Slide 51 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Maken
6.3 = Opdracht 3, 5 t/m 12, 14, 16 en 17
6.5 = Opdracht 2, 3, 5, 6, 8, 11 en 12. 9 is extra als je dit leuk lijkt.

Slide 52 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions