Steek!

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Waar houden muggen van?

Slide 2 - Carte mentale

Hoeveel soorten muggen zijn er in Nederland? (ongeveer)

Slide 3 - Carte mentale


A

Slide 4 - Quiz

Let op.
Komende vragen zijn
RACEVRAGEN
Geef antwoord zonder lang na te denken.

Slide 5 - Diapositive

Stellingen:
Alle steekmuggen steken.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Stellingen:
Het gezoem van muggen komt van hun steeksnuit.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Stellingen:
Een bult en jeuk zijn een allergische reactie van het lichaam.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Stellingen:
Alleen vrouwtjesmuggen hebben bloed nodig.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Stellingen:
Muggen dienen niet als voer voor andere dieren.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Stellingen:
Muggen kunnen mensen vanaf 30 meter afstand ruiken
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Muggen steken mij......
A
altijd
B
heel soms
C
meer dan gemiddeld
D
nooit

Slide 12 - Quiz

Let op, er komen natuurlijk weer kijkvragen!

Slide 13 - Diapositive

Wat is de achternaam van de presentatrice?
A
Zandbergen
B
Zandhopen
C
Zandveen
D
Zandhuizen

Slide 14 - Quiz

Van welke mug hebben wij de meeste last?
A
huismug
B
steekmug
C
steekhuismug
D
huissteekmug

Slide 15 - Quiz

Wie steken?
A
mannetjesmuggen
B
vrouwtjesmuggen
C
larven
D
eites

Slide 16 - Quiz

Tot wanneer duurt het muggenseizoen?
A
begin september
B
eind september
C
begin oktober
D
eind oktober

Slide 17 - Quiz

bij welke universiteit werkt Sander?
A
Wageningen
B
Utrecht
C
Rotterdam
D
Amsterdam

Slide 18 - Quiz

Van een mug een.......olifant maken.
=
Van iets kleins iets groots maken.
A
tank
B
flat
C
olifant
D
reus

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Lees de inleiding:
Op welke vraag krijg je daar antwoord?
A
Tot wanneer duurt het muggenseizoen?
B
Hoe vaak wordt je gestoken?
C
Wat is de oorzaak van de vroege muggen?
D
Zijn muggen nuttig?

Slide 21 - Quiz

Lees: Warmte
Welk kopje past ook bij het stukje 'warmte'?
A
Deskundigen
B
Meer muggen verwacht.
C
Nu al last van muggen.
D
Stilstaand water.

Slide 22 - Quiz

Rekenvraag:
Hoeveel % van de muggen in NL steekt?
A
30 %
B
60 %
C
75 %
D
80 %

Slide 23 - Quiz

Lees: Kenmerken van muggen
Hoeveel kenmerken worden er genoemd?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 24 - Quiz

Lees: Muggenbeet.
Waarom steken muggen?
A
Ze hebben het bloed nodig om te leven.
B
Om bevrucht te raken.
C
Ze hebben het eiwit nodig om te leven
D
Voor de ontwikkeling van de eitjes

Slide 25 - Quiz

Lees: Tegen muggen.
Welke voorzorgsmaatregelen worden niet genoemd?
A
Citronellakaars
B
vliegenmepper
C
stilstaand water afdekken
D
horren plaatsen

Slide 26 - Quiz

Lees: Nut van de mug
Wat hebben de zinnen in dit stukje met elkaar te maken?
A
Ze leggen uit hoe een voedselketen werkt.
B
Ze leggen uit hoeveel dieren muggen eten.
C
Ze leggen uit waarom muggen bacteriën eten.
D
Ze leggen het verschil uit tussen larven en volwassen muggen.

Slide 27 - Quiz

Kijk op www.muggenradar.nl

Slide 28 - Diapositive

Wat betekent dit?
A
geen overlast
B
een beetje overlast
C
veel overlast
D
heel veel overlast

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Vidéo