48. Inleiding, middenstuk en slot. Alinea's en kernzinnen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Doel:  Ik kan de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst bepalen.    

            

Goedemorgen,

Pak je boek en schrift. 

Lees de theorie in het groene vak.

Boek blz. 32 blauw

Boek blz. 30 groen

online

online

Doel:  Ik kan de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst bepalen  

            

Voorkennis:

Hoe lees je orienterend? 

Hoe bepaal je het onderwerp van een tekst?

Waaraan herken je een alinea?

28

26

Instructie

Kijk en luister naar het instructiefilmpje.

Waar staat de titel en wat vertelt die je?

Waaraan herken je een tussenkopje?

Wat is een kernzin?

Inleiding - middenstuk - slot

• Inleiding = 1e deel van de tekst. Hierin maak je kennis met het onderwerp. Belangstelling wekken, nieuwsgierig maken. (meestal één, soms meer alinea's)
  
• Middenstuk = grootste tekstgedeelte met de meeste informatie. Bestaat uit meerdere losse stukjes tekst (het onderwerp uitgebreid en in stukjes (meerdere alinea's)

Slot = afronden van de tekst. Samenvatting of conclusie

Flexboek - online .

                      Planning les 48 

                      

                      Planning les 48

                      

                      Les 47 + Maak de QUIZ.    15 min.stillezen.  

online

online

klaar

klaar

Een tekst bestaat uit?

1. inleiding
2. middenstuk
3. inleiding en slot
4. inleiding - middenstuk - slot

Wat staat waar?

kennismaking met het onderwerp

1. inleiding
2. middenstuk
3. slot

de conclusie

1. inleiding
2. middenstuk
3. slot

anekdote (een leuk verhaaltje, weetje)

1. inleiding
2. middenstuk
3. slot

voorbeelden bij het onderwerp

1. inleiding
2. middenstuk
3. slot

samenvatting

1. inleiding
2. middenstuk
3. slot

korte uitleg

1. inleiding
2. middenstuk
3. slot

lange uitleg

1. inleiding
2. middenstuk
3. slot

In de inleiding vertelt de schrijver

1. waar de tekst niet over gaat
2. waar de tekst over gaat

Hoe herken je een slot van een tekst?

1. daar begint de schrijver mee
2. de schrijver maakt een duidelijk einde en het is meestal 1 alinea
3. de schrijver houdt gewoon op