Blok 3 - les 5 woorden met ch en cht

Welke woorden met ch of cht ken jij?
1 / 23
suivant
Slide 1: Question ouverte
SpellingBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Welke woorden met ch of cht ken jij?

Slide 1 - Question ouverte

lesdoel
Ik leer woorden schrijven met acht, echt, icht, ocht of ucht en woorden met ch.

Slide 2 - Diapositive

Sleep de woorden naar de juiste categorie!
gedicht
pracht
gevecht
chloor
kachel
knecht
lucht
goochelen
richel
pechvogel

Slide 3 - Question de remorquage


Wat is goed?
A
ik lag
B
ik lach

Slide 4 - Quiz


Wat is goed?
A
ik lig
B
ik lich

Slide 5 - Quiz

Ik hoor gt
Ik schrijf cht
nacht
specht
lucht
lacht
licht

Slide 6 - Diapositive

Tip van de dag
Als je na een korte klank een g hoort, schrijf je bijna altijd ch. Behalve  bij de uitzonderingen:
ligt, legt, zegt 

Voorbeelden: recht, acht, bocht, zicht


Slide 7 - Diapositive

nachtegaal

Slide 8 - Diapositive

Schrijf het woord op!

Slide 9 - Question ouverte

goochelaar

Slide 10 - Diapositive

Schrijf het woord op!

Slide 11 - Question ouverte

acht - echt - icht - ucht -ocht
samenstellingen niet
rugtas - slagtand
werkwoorden niet
liggen --> ligt 
leggen --> legt

Slide 12 - Diapositive

Kies de juiste spelling
"zonli...t"
A
zonligt
B
zonliggt
C
zonlicht

Slide 13 - Quiz

Welk woord is correct gespeld?
A
belachelijk
B
belagelijk
C
belaggelijk

Slide 14 - Quiz

Welk woord is correct gespeld?
A
regen
B
rechen

Slide 15 - Quiz

Welk woord is correct gespeld?
A
houtkagel
B
houtkachel
C
houtkaggel

Slide 16 - Quiz

Welk woord is correct gespeld?
A
bergachtig
B
berchagtig
C
bergagtich
D
berchagtig

Slide 17 - Quiz

Welk woord is correct gespeld?
A
tregter
B
trechter

Slide 18 - Quiz

Welk woord is correct gespeld?
A
autopech
B
autopeg

Slide 19 - Quiz

Welk woord is correct gespeld?
A
giegelen
B
giechelen

Slide 20 - Quiz


A
Deze stof is gemisch.
B
Deze stof is chemisch.

Slide 21 - Quiz

spelling
Blok 3 - les 5

Juf legt het uit.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien