Beeldspraak

Taal die figuurlijk is bedoeld.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Taal die figuurlijk is bedoeld.

Slide 1 - Diapositive

Metafoor

Een metafoor vergelijkt twee dingen zonder "als" of "zoals". Het zegt dat het ene ding het andere is.

Voorbeeld:
"Hij is een tijger in het veld." 
(Hij is heel sterk en dapper.)

Slide 2 - Diapositive

Vergelijking
Een vergelijking gebruikt wel "als" of "zoals" om twee dingen te vergelijken.

Voorbeeld: "Ze is zo mooi als een roos."
(Ze is heel mooi.)

Slide 3 - Diapositive

Personificatie
Personificatie geeft menselijke eigenschappen aan dingen die geen mensen zijn.

Voorbeeld: "De bomen fluisteren in de wind."
(De bomen maken geluid alsof ze praten.)

Slide 4 - Diapositive

Hyperbool (overdrijving)
Hyperbool is een sterke overdrijving om iets extra te benadrukken.

Voorbeeld: "Ik schrok me dood!"
(Ik schrok heel erg.)

Slide 5 - Diapositive

Metonymie
Metonymie is een duur woord voor een woord dat nauw verbonden is met wat je bedoelt, in plaats van het eigenlijke woord.

Voorbeeld: "Even de neuzen tellen."
(Even de mensen tellen).

Slide 6 - Diapositive

Op een rij
Metafoor: vergelijking zonder (zo-)als.
Vergelijking: vergelijking met (zo-)als.
Personificatie: Iets omschrijven met menselijke eigenschappen 
Hyperbool: Iets sterk overdrijven om het nadruk te geven.
Metonymie: In plaats van het eigenlijk woord iets gebruiken wat ermee verbonden is.

Slide 7 - Diapositive

Koppen tellen.
A
Metafoor
B
Vergelijking
C
Metonymie
D
Overdrijving

Slide 8 - Quiz

De student is een wandelende rekenmachine.
A
Overdrijving
B
Vergelijking
C
Personificatie
D
Metafoor

Slide 9 - Quiz

De storm huilt om het huis.
A
Personificatie
B
Hyperbool
C
Vergelijking
D
Metonymie

Slide 10 - Quiz

Ik geneer me dood.
A
Personificatie
B
Hyperbool
C
Metafoor
D
Vergelijking

Slide 11 - Quiz