Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
cours 12 11 10 23 HV1B
1 / 22
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
BONJOUR
JE VOUS SOUHAITE LA BIENVENUE!
Slide 2 - Diapositive
Devoirs
apprendre:
vocabulaire E + F
phrases clés G
Grammaire H - persoonlijk vnw
Slide 3 - Diapositive
Programme
- grammaire bloc H
- bloc G - phrases clés
- chanson
Slide 4 - Diapositive
BUTS
-
J
e kent de woorden die te maken hebben met "familie"
- Je kent de "persoonlijke voornaamwoorden"in het Frans
- Je kent het werkwoord "hebben = avoir"in het Frans
Slide 5 - Diapositive
BUTS
-
J
e kent de woorden die te maken hebben met "familie"
- Je kent de "persoonlijke voornaamwoorden"in het Frans
- Je kent het werkwoord "hebben = avoir"in het Frans
Slide 6 - Diapositive
Bron H p. 49
Het werkwoord
AVOIR
= hebben
Net als in het Nederlands moet je een
werkwoord vervoegen.
Je zegt niet:
Ik hebben , maar ik heb
' J'
ai
ik heb
Tu
as
jij hebt
Il
a
hij heeft
Elle
a
zij (ev) heeft
On
a
wij hebben /men heeft
Nous
avons
wij hebben
Vous
avez
jullie hebben, u heeft
Ils
ont
zij (m mv) hebben
Elles
ont
zij (v mv) hebben
Slide 7 - Diapositive
0
Slide 8 - Vidéo
Au travail
faire exercices:
31 C, D, E
Slide 9 - Diapositive
Bloc G (p.46)
* Ex. 28
* Les phrases-clés
* Ex. 29 uitschrijven in schrift
Slide 10 - Diapositive
ik
jij
hij / zij / men
wij
jullie / u
zij
zij
vous
je
nous
ils
il / elle / on
tu
elles
Slide 11 - Question de remorquage
Vertaal: wij hebben
A
vous avez
B
nous avons
C
il a
D
j'ai
Slide 12 - Quiz
Vertaal: zij (mannelijk) hebben
A
elles ont
B
tu as
C
il a
D
ils ont
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Vidéo
Slide 15 - Diapositive
Bron H p. 49
Het werkwoord
AVOIR
= hebben
Net als in het Nederlands moet je een
werkwoord vervoegen.
Je zegt niet:
Ik hebben , maar ik heb
J'
ai
ik heb
Tu
as
jij hebt
Il
a
hij heeft
Elle
a
zij (ev) heeft
On
a
wij hebben /men heeft
Nous
avons
wij hebben
Vous
avez
jullie hebben, u heeft
Ils
ont
zij (m mv) hebben
Elles
ont
zij (v mv) hebben
Slide 16 - Diapositive
Vertaal: jij hebt
A
elle a
B
ils ont
C
tu as
D
nous avons
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
Programme pour lundi, 10 octobre
révision interro
révison persoonlijk voornaamwoord
bloc H verbe avoir
Slide 19 - Diapositive
Au travail
ex. 31 C, D, E, F
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
cours 11 13 10 V1A 2023
Octobre 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
cours 12 10 10 22
Octobre 2022
- Leçon avec
14 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
cours 11 05 10 22
Novembre 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
cours 11 09 10 23 HV1B
Octobre 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
cours 14 Coucou les copains 07 10 2024
Octobre 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
cours 11 10: ma famille et moi
Novembre 2022
- Leçon avec
29 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
cours 10 10: ma famille et moi
Novembre 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
cours 9 10 10 V1A 2023
Octobre 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1