cours 11 10: ma famille et moi

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

BONJOUR 1 A

Je vous souhaite la bienvenue

Programme de mardi, 11 octobre 

révision bloc H

révision bloc G

Les buts

• - jij kunt vertellen over jouw familie
• - je kunt je familie beschrijven
• - je kunt het werkwoord avoir gebruiken

devoirs

apprendre/répéter: bloc G phrases clés / page 50 (schrijvend leren)

apprendre: bloc H / rijtje avoir=hebben + persoonlijk vnw - page 49 groen blok

faire exercices: 31 F + 32 + 33

Heeft zij een broer?

Hoe oud is zij?

Wat is jouw telefoonnummer?

correction

31 F + 32 + 33

ik 

jij

hij  / zij / men

wij

jullie / u

zij

zij 

vous

je

nous

ils

il / elle / on

tu

elles

Vertaal: hij heeft

Vertaal: wij hebben

Vertaal: zij hebben

Vertaal: u heeft

Concours photo 33B

Bron H p. 49

Het werkwoord AVOIR = hebben

Net als in het Nederlands moet je een 

werkwoord vervoegen.

Je zegt niet:

Ik hebben , maar ik heb

Wat valt je op?

J' ai	ik heb
Tu as	jij hebt
Il a	hij heeft
Elle a	zij (ev) heeft
On a	wij hebben /men heeft
Nous avons	wij hebben
Vous avez	jullie hebben, u heeft
Ils ont	zij (m mv) hebben
Elles ont	zij (v mv) hebben

Toevoeging

Een naam kun je vervangen door il / elle

Mark habite à Paris --> Il habite a Paris

Meer namen vervang je door ils/ elles.

Lisa et Joyce ont une tente --> Elles ont une tente

Tip:

Hoe kan je namen vervangen?

Loes ... (heeft) un chat. Loes kan je vervangen door elle, dus er komt a te staan.

Hugo et Céline ... un chien. Hugo et Céline kan je vervangen door ils, dus er komt ont te staan. 

ik 

jij

hij  / zij / men

wij

jullie / u

zij

zij 

vous

je

nous

ils

il / elle / on

tu

elles

PETITE CONVERSATION

- Prenez vos cahiers!!

Bloc C

Devoirs pour mardi , 12 octobre 

 apprendre/répéter : voc H

- apprendre : phrases clés bloc G

 - faire :