h2c Unité 2 - les 26 - 041122

Salut h2c!
Le 4 novembre, 2022
BIENVENUE!
- pak een chromebook
- log in met de code van LessonUp
- svp boek, schrift en pen op tafel
- svp telefoon in de telefoontas

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Salut h2c!
Le 4 novembre, 2022
BIENVENUE!
- pak een chromebook
- log in met de code van LessonUp
- svp boek, schrift en pen op tafel
- svp telefoon in de telefoontas

Slide 1 - Diapositive

Regels in de klas
- Bij binnenkomst ga je zitten, doe je je telefoon in de telefoontas en leg je 
   je boek, schrift en pen op tafel.
- Je hebt je huiswerk gemaakt als je binnenkomt. Zo niet, wil ik het weten. 
-  Als ik dat zeg ga ik iets uitleggen en dan zijn jullie stil. 
- We hebben respect voor elkaar en luisteren naar elkaar, wil je
   iets zeggen dan steek je je vinger op. 

Slide 2 - Diapositive

Le but (het doel van deze les)
Na deze les:
- weet ik welke interessante plekken er te vinden zijn in Noord-Frankrijk en kan ik een vlog over vakantie begrijpen in het Frans en ik begrijp een vlog in het Frans tussen vrienden. 

Slide 3 - Diapositive

Le program
  1. Bonjour! Comment ça va? De repetitie, hoe nu verder?
  2. Het huiswerk noteren voor volgende keer. 
  3. Tu as passé de bonnes vacances?
  4. Corriger les devoirs
  5. Woordenschat opbouwen voor de leestoets
  6. On travaille 
  7. Au revoir!

Slide 4 - Diapositive

Les devoirs pour le 18 novembre 2022
- Faire: Ex. 3 et 4 Unité 2 (page 53)
  -  Apprendre: Apprendre 2, Unité 2 (page 75)
   

Slide 5 - Diapositive

Tu as passé de bonnes vacances?
Oui
Non

Slide 6 - Sondage

Qu'est-ce que c'est? (Wat is dit?)

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Vidéo

Je suis où?
A
En Angleterre
B
En France
C
Aux Pays-Bas
D
En Belgique

Slide 9 - Quiz

Je suis où en France?
A
Je suis à la côte d'Azur
B
Je suis à Paris
C
Je suis près de Calais
D
Je suis à Nice

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Wat kun je doen in Calais?
A
Overvaren naar Engeland
B
Schelpen zoeken
C
Waterskiën
D
Fietsen

Slide 12 - Quiz

Wat kun je aan deze Franse kust zien met mooi weer?
A
Zeldzame vogels
B
Vliegtuigen
C
Boten
D
De Engelse kust

Slide 13 - Quiz

Wat heb ik in mijn hand?
A
Een steen
B
Een schelp
C
Een afdruk van een fossiel
D
Een kei

Slide 14 - Quiz

Wat weet je van een fossiel?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Corriger les devoirs. 
Ouvre le livre à la page 52 
- Corriger exercice 2 

Slide 17 - Diapositive

We gaan jouw Franse woordenschat vergroten voor de leestoets. 
C'est parti!

Slide 18 - Diapositive

Wat betekent "rater"?
A
reizen
B
missen
C
doorgaan
D
rijden

Slide 19 - Quiz

Wat betekent "dormir"?
A
lopen
B
fietsen
C
slapen
D
gaan

Slide 20 - Quiz

Wat betekent "vide"?
A
leeg
B
kapot
C
gebroken
D
een storing geven

Slide 21 - Quiz

Wat betekent "nager"?
A
lopen
B
werken
C
fietsen
D
zwemmen

Slide 22 - Quiz

wat betekent "avoir besoin de"
A
nodig hebben/nodig zijn
B
geen zin hebben
C
zin hebben om
D
een hekel hebben aan

Slide 23 - Quiz

On travaille 
-  Faire: Ex. 3 et 4 Unité 2 (page 53)
  - Apprendre: Apprendre 2, Unité 2 (page 75)
   

Slide 24 - Diapositive

Au revoir! 
- Wat vond je van deze les? Svp QR code scannen en
  vragen beantwoorden van het Exit Ticket. Merci! 

Slide 25 - Diapositive