dag 3

Woorden
Thema 13:  Vriendschap
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Woorden
Thema 13:  Vriendschap

Slide 1 - Diapositive

echt
  • dat is waar
  • helemaal, niet iets anders
  • zin: De oudste vrouw van Nederland is 110 jaar. Dat is echt waar! 
  • zin: De ring is van echt goud.
15

Slide 2 - Diapositive

eerlijk
  • het is geen smoesje, het is echt waar
  • niet liegen / niet fake
  • alle mensen krijgen hetzelfde
  • zin:  Ik verdeel het brood eerlijk.
16

Slide 3 - Diapositive

elkaar
  • samen
  • Omar en Anne kijken naar elkaar. Omar kijkt naar Anne en Anne kijkt naar Omar.
  • zin: We praten met elkaar over de nieuwe woorden.
17

Slide 4 - Diapositive

gek
  • raar; niet normaal
  • gek zijn op = heel leuk of lief vinden
  • te gek = heel leuk
  • zin: Hij praat met bomen. Dat vind ik heel gek
18

Slide 5 - Diapositive

genoeg
  • genoeg <---> te weinig
  • zin: Ik hoef niks meer te eten, ik heb genoeg gehad.
  • zin: Ik heb niet genoeg geld bij me. Kan ik van jou wat lenen? 
T9

Slide 6 - Diapositive

het gesprek
  • een persoon praat met een andere persoon
  • in gesprek gaan = iemand is bezig met praten, bijvoorbeeld aan de telefoon
  • zin: Ik heb vanmiddag een gesprek met de docent. 
20

Slide 7 - Diapositive

gewoon
  • normaal
  • zin: Schoenen uitdoen in huis, is voor veel mensen heel gewoon
21

Slide 8 - Diapositive

Het is ............... waar. Ik lieg niet.
Ik ben ................

15/16
A
echt gesprek
B
echt eerlijk
C
eerlijk echt
D
aardig echt

Slide 9 - Quiz

Ik heb een ............... met mijn vriend.
We gaan met .............. fietsen.
17
A
elkaar gesprek
B
eerlijk elkaar
C
gesprek elkaar
D
gesprek echt

Slide 10 - Quiz

16
timer
1:30
Wat is eerlijk?

Slide 11 - Carte mentale

Hij en ik zijn ............... klaar.
Heb jij ................ eten?
15/19
A
gek eerlijk
B
echt genoeg
C
eerlijk genoeg
D
echt eerlijk

Slide 12 - Quiz

Maak een zin.
Werkwoord: willen
jij / gespek
20

Slide 13 - Question ouverte

17/20
Wat hoort bij elkaar?
gesprek
elkaar

Slide 14 - Question de remorquage

Ik heb het ........... gedaan.
Het is heel ................. hier.
21/22
A
goed gewoon
B
gewoon gezellig
C
gewoon goed
D
goed gezellig

Slide 15 - Quiz