v4 §2.2 Broeikasaarde check

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

§2.2

Broeikasaarde

Lees de inleiding De warmste periode ooit van paragraaf 2.2 Broeikasaarde en bekijk de foto.

Bekijk het filmpje Ons klimaat is niet stabiel.

Wanneer was het Krijt?
(Hoe lang geleden?)

1a

Waarom was het toen (in het Krijt) zo warm op aarde?

1b

Hoe onderzoekt men klimaten uit het verleden?

1c

Lees paragraaf 2.2 Broeikasaarde en bekijk de figuren.

"Net als tijdens de woestijnaarde stond de zeespiegel lager dan nu."

2

-1

1. Juist
2. Onjuist

"Het CO2-gehalte is na de broeikasaarde niet meer zo hoog geweest."

2

-2

1. Juist
2. Onjuist

"Het actualiteitsprincipe berust op de veronderstelling dat alles wat in het verleden is gebeurd, ook in het heden kan gebeuren."

2

-3

1. Juist
2. Onjuist

"Door een meteorietinslag op de grens van Krijt
en Tertiair kwam er een abrupt einde aan de broeikasaarde."

2

-4

1. Juist
2. Onjuist

Bekijk de figuren 2.15 en 2.16.

Figuur 2.15: De koolstofcyclus.

Figuur 2.16: CO2-gehalte en temperatuur in de atmosfeer in het verleden.

Op welke twee manieren zou de koolstof in het sedimentgesteente
weer in de atmosfeer kunnen terechtkomen?

Gebruik figuur 2.13 en 2.15.

Figuur 2.15: De koolstofcyclus.

Figuur 2.13: Het uiteenvallen van Pangea.

Wat is het verband tussen het uiteendrijven van de continenten
en de stijging van de temperatuur in het Krijt?

4a

Wat is het verband tussen de hoge zeespiegelstand
en de snelle aanmaak van oceanische korst in het Krijt?

4c

Leg uit waardoor de temperatuurstijging in het Krijt door de
uitbundige (vele) vegetatie op een gegeven moment werd geremd.
Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

4d

Bekijk W13: Terugkoppeling tussen het snel uit elkaar drijven van continenten en het klimaat.

Is de volgende stelling juist of onjuist?
Licht je antwoord toe.

"Het snel uit elkaar drijven van de continenten veroorzaakt een negatieve terugkoppeling op het warmer worden van de aarde."

5a

Bekijk figuur 2.14: De temperaturen in het Krijt en nu, op verschillende breedtegraden.

Bij vergelijking van de temperatuur in het Krijt met die van nu is het verschil niet op elke breedtegraad even groot.

Waar is het verschil het grootst en waar het kleinst?

6a

Bij vergelijking van de temperatuur in het Krijt met die
van nu is het verschil niet op elke breedtegraad even groot.

Waar is het verschil het grootst en waar het kleinst?

6a

Geef twee argumenten als verklaring voor dit verschil.

6b

Bekijk figuur 2.17 t/m 2.19.

Wat zijn vermoedelijk de twee oorzaken van het uitsterven van de dinosaurussen?

7a

Welk geologisch bewijs levert figuur 2.18 dat de meteorietinslag niet plaatsvond in Europa, maar in de Golf van Mexico?

7b

Waarom vormen de basaltlagen van figuur 2.19
een bewijs voor zeer heftige vulkaanuitbarstingen?

7c