Afronden 2.2 Start 2.3

2.2 Broeikasaarde
H2 Klimaatverandering is niets nieuws

Klimaatvraagstukken
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

2.2 Broeikasaarde
H2 Klimaatverandering is niets nieuws

Klimaatvraagstukken

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

To do
Huiswerk bespreken (2.2 opdr 2/4/5/6)
Filmpje met kijkvragen over grens Krijt / Tertiair
Start 2.3

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4a. Wat is het verband tussen het uiteendrijven van de continenten en de stijging van de temperatuur in het Krijt?

Slide 3 - Question ouverte

Daardoor vormde zich een groot oppervlak aan nieuwe oceaanbodem. Bij het naar boven komen van het hiervoor benodigde magma kwam veel CO2 vrij en dat zorgde voor een versterking van het broeikaseffect.
Opdr 4b
Een andere oorzaak voor de hoge temperatuur in het Krijt was dat de oceaanbekkens kleiner waren geworden en minder diep.

Zet in de juiste volgorde

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4b
  • 1
  • 5
  • 7
  • 3
  • 2
  • 4
  • 6

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verband tussen de hoge zeespiegelstand en de snelle aanmaak van oceanische korst in het Krijt?

Slide 6 - Question ouverte

Door de vorming van hoge mid-oceanische ruggen kregen de oceanen minder bergend vermogen.


Leg uit waardoor de temperatuurstijging in het Krijt door de uitbundige vegetatie op een gegeven moment werd geremd. (met oorzaak-gevolg)

Slide 7 - Question ouverte

Door de grote hoeveelheid vegetatie en het leven in de oceanen werd veel CO2 uit de atmosfeer geabsorbeerd (oorzaak), waardoor de temperatuur niet verder steeg (gevolg).
en dus de opwarming werd geremd


5. Negatieve terugkoppeling?
De stelling klopt. 
Hierdoor stijgt de temperatuur daarna juist minder snelle opwarming.
Er is bij chemische verwering door zuren van planten veel CO2 nodig. (en hoge temperatuur en vocht)

Slide 8 - Diapositive

De stelling klopt. Door het snel uit elkaar drijven van de continenten komt er veel CO2 vrij door vulkanisme. Hierdoor stijgt de temperatuur en komt er meer regen en vegetatie (geen grote droge landmassa’s). Het gevolg is een toename van de chemische verwering (zuren van planten), waarbij veel CO2 nodig is. Hierdoor wordt meer CO2 uit de atmosfeer opgenomen en vindt er minder snelle opwarming plaats.


5b. langzaam uit elkaar
De stelling klopt. 
Hierdoor stijgt de temperatuur daarna juist minder snelle opwarming.

Slide 9 - Diapositive

De stelling klopt. Door het snel uit elkaar drijven van de continenten komt er veel CO2 vrij door vulkanisme. Hierdoor stijgt de temperatuur en komt er meer regen en vegetatie (geen grote droge landmassa’s). Het gevolg is een toename van de chemische verwering (zuren van planten), waarbij veel CO2 nodig is. Hierdoor wordt meer CO2 uit de atmosfeer opgenomen en vindt er minder snelle opwarming plaats.


5b. langzaam uit elkaar
De stelling klopt. 
Hierdoor stijgt de temperatuur daarna juist minder snelle opwarming.

Slide 10 - Diapositive

De stelling klopt. Door het snel uit elkaar drijven van de continenten komt er veel CO2 vrij door vulkanisme. Hierdoor stijgt de temperatuur en komt er meer regen en vegetatie (geen grote droge landmassa’s). Het gevolg is een toename van de chemische verwering (zuren van planten), waarbij veel CO2 nodig is. Hierdoor wordt meer CO2 uit de atmosfeer opgenomen en vindt er minder snelle opwarming plaats.


6
Hoe ........ de breedtegraad, hoe ...... het verschil in temperatuur.

Twee argumenten?
  1. Het ijs een zelfversterkend effect 
  2. Continent zeer geïsoleerd dus warme zeestromen kunnen het gebied niet goed bereiken.
Hoe hoger de breedtegraad, hoe groter het verschil in temperatuur.
Hoe lager de breedtegraad, hoe kleiner het verschil in temperatuur.

Het ijs (van met name Antarctica) heeft een zelfversterkend effect door de grotere albedo. Hierdoor wordt het steeds kouder en is het verschil groter dan op lage breedte.

Bovendien ligt het continent nu zeer geïsoleerd en kunnen de warme zeestromen het gebied niet goed bereiken.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Filmpje - Kijkvragen
  1. Uiteindelijk gaan bijna alle planten dood door de grote stofwolk. Verklaar.
  2. Na de hoge temperaturen daalt de temperatuur nu flink. Het wordt koud. Verklaar.
  3. Waardoor gaan bijna alle dieren in zee dood?
  4. Overlevers van de meteorietinslag zijn vogels en zoogdieren. Welke eigenschap van vogels en zoogdieren die verschilt van reptielen maakt dat vogels en zoogdieren beter in staat waren de omstandigheden na de inslag te overleven dan reptielen?

Slide 12 - Diapositive

Bekijk de video (12 minuten) via https://youtu.be/dFCbJmgeHmA en beantwoord de volgende vragen.
Waar op aarde is de inslag van de meteoriet?
Yucatan, Mexico.
De meteoriet die inslaat is hoger dan een bepaalde berg. Met welke berg wordt het vergeleken en hoe hoog is het dan?
Mount Everest. 12 km ongeveer.
Hoe groot is het ‘gat’ dat ontstaat als gevolg van de inslag?
100 km breed, 25 km diep.
Hoe hoog is de vloedgolf die ontstaat als gevolg van de inslag?
1000m
Wat veroorzaakt de enorme temperatuurstijging op aarde?
De brokstukken die rondom Aarde in de atmosfeer terecht komen.
Uiteindelijk gaan bijna alle planten dood door de grote stofwolk. Verklaar.
Geen fotosynthese.
Na de hoge temperaturen daalt de temperatuur nu flink. Het wordt koud. Verklaar.
Geen zonlicht door stofwolk.
Waardoor gaan bijna alle dieren in zee dood?
90% van plantaardig plankton gaat dood en daardoor valt het voedselweb in elkaar.
Hoeveel procent van het leven sterft uit door deze meteorietinslag?
75%
Overlevers van de meteorietinslag zijn vogels en zoogdieren. Welke eigenschap van vogels en zoogdieren die verschilt van reptielen maakt dat vogels en zoogdieren beter in staat waren de omstandigheden na de inslag te overleven dan reptielen?
Vogels en zoogdieren zijn warmbloedig, reptielen koudbloedig. Vogels en zoogdieren zijn daarom beter in staat hun temperatuur te reguleren onder wisselende omstandigheden. De reptielen overleven de koude temperaturen niet want als zij de temperatuur aannemen van de omgeving worden ze inactief, kunnen geen voedsel meer zoeken, gaan dood.
Dinosauriers hebben de Aarde gedomineerd voor zo’n 165 miljoen jaar. Hoe lang is de mens al op Aarde? Hoeveel langer waren de dinosauriërs dan op Aarde?
De mens 200.000 jaar. 165000000/200000 = 16500/20=825 keer zo lang.

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Filmpje - Kijkvragen
  1. Uiteindelijk gaan bijna alle planten dood door de grote stofwolk. Verklaar.
  2. Na de hoge temperaturen daalt de temperatuur nu flink. Het wordt koud. Verklaar.
  3. Waardoor gaan bijna alle dieren in zee dood?
  4. Overlevers van de meteorietinslag zijn vogels en zoogdieren. Welke eigenschap van vogels en zoogdieren die verschilt van reptielen maakt dat vogels en zoogdieren beter in staat waren de omstandigheden na de inslag te overleven dan reptielen?

Slide 14 - Diapositive

Bekijk de video (12 minuten) via https://youtu.be/dFCbJmgeHmA en beantwoord de volgende vragen.
Waar op aarde is de inslag van de meteoriet?
Yucatan, Mexico.
De meteoriet die inslaat is hoger dan een bepaalde berg. Met welke berg wordt het vergeleken en hoe hoog is het dan?
Mount Everest. 12 km ongeveer.
Hoe groot is het ‘gat’ dat ontstaat als gevolg van de inslag?
100 km breed, 25 km diep.
Hoe hoog is de vloedgolf die ontstaat als gevolg van de inslag?
1000m
Wat veroorzaakt de enorme temperatuurstijging op aarde?
De brokstukken die rondom Aarde in de atmosfeer terecht komen.
Uiteindelijk gaan bijna alle planten dood door de grote stofwolk. Verklaar.
Geen fotosynthese.
Na de hoge temperaturen daalt de temperatuur nu flink. Het wordt koud. Verklaar.
Geen zonlicht door stofwolk.
Waardoor gaan bijna alle dieren in zee dood?
90% van plantaardig plankton gaat dood en daardoor valt het voedselweb in elkaar.
Hoeveel procent van het leven sterft uit door deze meteorietinslag?
75%
Overlevers van de meteorietinslag zijn vogels en zoogdieren. Welke eigenschap van vogels en zoogdieren die verschilt van reptielen maakt dat vogels en zoogdieren beter in staat waren de omstandigheden na de inslag te overleven dan reptielen?
Vogels en zoogdieren zijn warmbloedig, reptielen koudbloedig. Vogels en zoogdieren zijn daarom beter in staat hun temperatuur te reguleren onder wisselende omstandigheden. De reptielen overleven de koude temperaturen niet want als zij de temperatuur aannemen van de omgeving worden ze inactief, kunnen geen voedsel meer zoeken, gaan dood.
Dinosauriers hebben de Aarde gedomineerd voor zo’n 165 miljoen jaar. Hoe lang is de mens al op Aarde? Hoeveel langer waren de dinosauriërs dan op Aarde?
De mens 200.000 jaar. 165000000/200000 = 16500/20=825 keer zo lang.

3.2 IJstijd aarde
H3 Klimaatverandering is niets nieuws

Klimaatvraagstukken

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
  • Wat zijn de mechanismen achter de ijstijden in het Pleistoceen?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een ijstijd?
  • Geologische periode waarin het koud is op aarde en een deel is bedekt met landijs. Heet ook glaciaal.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Lees 2.3 t/m kopje zonnestraling (p 57-58)
Maken 2.3 opdracht 2/5/6

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstaan ijskap
Naast een lage temperatuur is er nog iets nodig voor het ontstaan van een ijstijd. Wat? 
  • Er moet voldoende landmassa zijn op hoge breedte
  • Onderzoek naar hoe en wanneer landijs is ontstaan (filmpje)

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Positieve terugkoppeling
  • In de winter meer sneeuw dan dat er in de zomer smelt. 
  • Sneeuwval --> Albedo? 
  • De temperatuur daalt verder omdat de albedo van sneeuw groter is. 
  • Hierdoor wordt het wederom kouder. De ijskap dikker / breidt zich ook zuidwaarts uit: -->  landschap?
  • het wordt te koud voor bomen dus er ontstaat meer toendra --> albedo?
  • De toendra kaatst meer zonlicht terug dan bos. 
  • Dus temperatuur daalt verder

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions