Waarnemen Les 3: Ogen en de hersenen

Seeing is believing

15.3 en 4: Ogen en de hersenen

Thema 15 Waarnemen

1 / 21

Slide 1: Diapositive

BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Seeing is believing

15.3 en 4: Ogen en de hersenen

Thema 15 Waarnemen

Slide 1 - Diapositive

Stof tot nu toe...

15.1:

Zintuigen zijn gevoelig voor bepaalde prikkels
Zintuigen maken impulsen en geven door aan neuron
Verschillende soorten zintuigcellen
Toepassing: Evenwichtszintuig

Slide 2 - Diapositive

Stof tot nu toe...

15.2

'Zin' = trillingen
Tuig: gehoorschelp, gehoorbeentjes, slakkenhuis
Gehoorzintuig is mechanoreceptor
Zintuigcellen bevinden zich in slakkenhuis

Slide 3 - Diapositive

Vandaag

15.3: Gezichtszintuig

Welk 'tuig' gebruikt het oog voor scherp beeld? (begrip, medische context)
Welke soorten zintuigcellen zitten in je oog? (kennis)
Hoe vertalen zintuigen licht (beeld) naar impulsen? (begrip)

15.4 Netvlies en de hersenen

Hoe werken netvlies en hersenen samen? (begrip)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

Het oog

Zintuigcellen zijn lichtzintuigen.

Bevatten pigment dat uiteenvalt bij juiste (hoeveelheid) licht.

2 soorten zintuigcellen:

staafjes: grijstinten, lage drempelwaarde
kegeltjes: rood, groen, blauw. hoge drempelwaarde

Slide 7 - Diapositive

Het oog

Als 'tuig' gebruik het oog voor een scherp beeld:

hoornvlies,
lens,
iris (vooral tegen overbelichting)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Pupil en iris

Je pupil is een opening.

In de iris zitten kringspieren en lengtespieren.

Pigment achter netvlies helpt tegen overbelichting.

Slide 10 - Diapositive

Werking oog

Slide 11 - Diapositive

Functie oog

Je oog probeert scherp beeld op netvlies te krijgen.

Lens kan zich aanpassen: bol naar plat.

Dit gebeurt door lensbandjes.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Optisch chiasma
Binas 87C

Slide 14 - Diapositive

Bijziend en verziend

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Netvlies

Je hebt dus 2 soorten zintuigcellen, staafjes en kegeltjes.

Staafjes en kegeltjes maken als ze niet belicht worden impulsen aan.

Wel licht: pigment valt uiteen en hyperpolarisatie (niet depolarisatie!), minder neurotransmitter.

Slide 17 - Diapositive

De drie soorten kegeltjes zorgen voor kleur

Slide 18 - Diapositive

Verdeling staafjes en kegeltjes

Slide 19 - Diapositive

Verdeling staafjes en kegeltjes

Slide 20 - Diapositive

https:

Slide 21 - Lien