Les 5 - Olympische Spelen

Les 5 - Olympische Spelen

Project 1 - Olympische Spelen

Les 5

Hoe zit je erbij vandaag?

Les 5

😒🙁😐🙂😃

Terugblik op de vorige les

Wat hebben we vorige week gedaan tijdens de les?

• Het maken van promotiemateriaal voor je spelactiviteit

Les 5

Waar gaan we deze week mee aan de slag?

Het maken van een draaiboek en een stempelkaart

Les 5

Les 5

Welke woorden komen er in je op
wanneer je het woord draaiboek hoort?

Het maken van een draaiboek

Een draaiboek is een overzicht van alle activiteiten die moeten worden uitgevoerd voor, tijdens en na afloop van het evenement. Dit wordt ook wel 'plan van aanpak' genoemd. Eerst moet het duidelijk zijn wat er allemaal in een draaiboek moet komen.

Les 5

Wat staat er altijd in een draaiboek beschreven?

In een goed draaiboek wordt vaak het volgende vermeld:

• Wie
• Wat
• Waar
• Wanneer 
• Waarmee
• Wie doet wat
• Whoops

1) Wie? 

Zijn er voldoende mensen om de activiteit te (bege)leiden? Wie komt er in aanmerking om te helpen? Wat moeten mensen kunnen om ook echt te helpen?

Bij het zoeken en vragen van medewerkers is het belangrijk te weten wat er van hun verwacht wordt, hoeveel tijd het kost en of ze daar nog iets voor ontvangen. 

Les 5

2) Wat? 

Wat moet er nu eigenlijk allemaal georganiseerd worden? Denk hierbij ook aan een start en een einde. 

3) Waar? 

Activiteiten kunnen overal plaatsvinden. Houdt bij het kiezen van de plaats rekening met het aantal mensen dat je verwacht en het soort activiteit dat je organiseert. Houd rekening met: het aantal parkeerplaatsen, het aantal kapstokken, het aantal toiletten, bereikbaarheid van de locatie (met auto en openbaar vervoer), wel of niet geschikt voor minder validen, enz. 

Les 5

4) Wanneer? 

Wanneer is de uitvoering van de activiteit? Bij het bepalen van een datum en tijd is het verstandig te kijken wat bij de doelgroep past.

Bijvoorbeeld: een concert voor kinderen laat je niet om 22.00 uur beginnen. Let ook op data van evt. andere activiteiten. Bedenk ook of mensen eerder aanwezig moeten zijn of langer moeten blijven. 

Les 5

5) Waarmee? 

Wat heb je allemaal nodig om je activiteit uit te kunnen voeren? Denk ook aan alle hulpmiddelen, audiovisuele middelen, alles wat je nodig hebt van start tot het einde

6) Wie doet wat? 

Maak een duidelijke taakverdeling. 

7) Whoops 

Bedenk wat er eventueel mis zou kunnen gaan en hoe je dat op zou

 kunnen lossen? Zijn er onderdelen die grotere kans hebben dat er iets misgaat? 

Aan de slag met de opdracht!

Ga aan de slag met je groepje!

Maak samen een draaiboek en lees nog een keer goed de informatie door in je werkboek. Je kan pagina 28 t/m 34 doorlezen en gebruiken! Kijk hier goed naar. 

Kijk ook naar het voorbeeld in je werkboek.

Klaar?  Ga aan de slag met de opdracht op pagina 27

Les 5

In het werkboek staat van pagina 28 t/m 34 een uitleg met betrekking tot de opdracht draaiboek

Hoe ging het samenwerken vandaag?