De Olympische Spelen

De Olympische Spelen
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
WereldoriëntatieTaal+3BasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Introduction

Zwemmen, schaatsen, judo. Deze sporten komen allemaal voorbij tijdens de Olympische Spelen Spelen. Elke vier jaar strijden atleten van over de hele wereld tijdens dit evenement voor felbegeerde medailles. Maar waar komen die Spelen eigenlijk vandaan?

Éléments de cette leçon

De Olympische Spelen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

.
Dit weet ik al!
Mix-en-ruil
Wat weet jij al over de Olympische Spelen? Schrijf het op een kladblaadje. Iedereen klaar? Loop met jouw kladblaadje in je hand door de klas. Kom je een klasgenootje tegen? Geef elkaar dan een high five en vertel wat jullie hebben opgeschreven. Wissel daarna van kaartje.
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eigen leervragen
Wat zou jij willen weten over de Olympische Spelen? Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wereldoriëntatie
Na deze les:

  • weet ik hoe de Olympische Spelen zijn ontstaan. 
  • weet ik hoe de Olympische Spelen in de moderne tijd worden gehouden.
  • kan ik uitleggen wat de Olympische symbolen zijn en wat ze betekenen.
Dit ga je leren
Woordenschat
  • Na deze les weet ik wat
    de belangrijke woorden uit de tekst betekenen. 
Taal
  • Na deze les kan ik  een informatief prentenboek voor groep 3/4 maken waarin ik uitleg hoe de Olympische Spelen zijn ontstaan.

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Verdiepende tekst
Lees de tekst en arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt geel

Arceer in ieder geval:

  • de Olympische Spelen
  • de atleten
  • het vereren
  • de tempel
  • de eeuw
  • soortgelijke
  • georganiseerd
  • modern
  • het sportevenement
  • ontwikkelen
  • tegenwoordig
  • logo
  • de traditie

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordenschat
De Olympische Spelen
het sportevenement
Sportbijeenkomst voor een groot publiek.
Op het sportevenement kwamen 1000 mensen af.
de atleet
Iemand die een sport beoefend.
De beste atleet won een medaille tijdens de wedstrijd.
vereren
Iemand heel erg bewonderen.
De Grieken vereerde goden, bijvoorbeeld Zeus.
De Olympische Spelen
Internationale sportwedstrijden.
De Olympische Spelen worden om de vier jaar gehouden.
de traditie
Iets dat al heel lang op dezelfde manier gebeurt.
In India hebben ze andere tradities dan in Nederland.

Slide 6 - Diapositive

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
Hulpkaart
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Staan er nog andere woorden in de tekst waarvan je de betekenis nog niet kent? Schrijf deze woorden met de betekenis op in je logboek. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
timer
5:00
groot
klein
muis
olifant

Slide 7 - Diapositive

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

.
Heb jij het goed begrepen?
Vergelijk de Olympische Spelen van vroeger met de Spelen tegenwoordig. Wat verschilt er allemaal? Noem minstens drie dingen.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Wat was de allereerste Olympische sport ooit?
A
Boogschieten
B
Atletiek
C
Hardlopen
D
Zwemmen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke beschrijving hoort bij welke Spelen? Slepen maar!
Heb jij het goed begrepen?
De oude Spelen 
De moderne Spelen
Strijden om de eer en een krans
De Winterspelen
Elke vier jaar andere stad
Vrouwen mogen niet meedoen

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

.
Heb jij het goed begrepen?
Stel, je kijkt met je ouders de openingsceremonie van de Olympische Spelen. Wat kun je dan vertellen over het Olympisch vuur?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

..
.
Heb jij het goed begrepen?
Stel, de Romeinen waren nooit in Griekenland aan de macht gekomen. Wat was er dan anders geweest aan de Olympische Spelen?
A
Er waren extra sporten bij de Olympische Spelen gekomen.
B
De Spelen waren dan waarschijnlijk nooit verboden.
C
De Grieken hadden dan altijd gewonnen van de Romeinen.
D
Nederland had dan nooit mee mogen doen aan de Olympische Spelen.

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

WAAR of NIET WAAR?
Heb jij het goed begrepen?
Het Olympisch vuur komt nog steeds elk jaar uit Griekenland.

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

.
Heb jij het goed begrepen?
Wat vind jij ervan dat alleen mannen mochten meedoen aan de eerste Olympische Spelen? Leg uit.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Niet alle sporten mogen meedoen aan de Olympische Spelen. Waar denk jij dat een sport aan moet voldoen voordat het een Olympische sport wordt? 
Bespreek de vraag met je schoudermaatje.
Heb jij het goed begrepen?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

WAAR of NIET WAAR?
Heb jij het goed begrepen?
Een sport kan alleen Olympisch worden als hij in minstens één land fanatiek op hoog niveau wordt gespeeld.

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

.
Heb jij het goed begrepen?
Wat vind jij ervan dat niet elke populaire sport een Olympische sport is? Leg uit.

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwerkingsopdracht
Jullie gaan straks in tweetallen een informatief (prenten)boek maken over het ontstaan van de Olympische Spelen. Maar hoe doe je dat eigenlijk? Geen paniek, ik help jullie er stap voor stap doorheen! 

Slide 20 - Diapositive

Verwerkingsopdracht
Verwerkingsopdracht
Bekijk de voorkanten van de prentenboeken hieronder. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

.
Wat valt je op? Bespreek het met je schoudermaatje en schrijf samen 3 dingen op die je opvallen.  

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

..
.
Wat is het doel van de schrijver van een informatief (prenten)boek, denk je?
A
Hij wil je vooral wat leren.
B
Hij wil je vooral overhalen om iets te doen.
C
Hij wil je vooral vermaken.
D
Hij wil je vooral overtuigen van zijn mening.

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

..
.
Wat is bij een prentenboek het belangrijkste, denk je?
A
de beelden / tekeningen
B
de tekst

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Conclusies
  • Een prentenboek is een boek met tekeningen. De beelden zijn leidend bij een prentenboek. 
  • De meeste prentenboeken hebben weinig tekst. 
  • Het doel van de schrijver van een informatief prentenboek is de lezer iets leren. 
  • De vormgeving is aantrekkelijk voor
    jonge kinderen. De beelden zijn duidelijk, de tekst ondersteunend. 
  • Eventueel tekstgebruik is naar niveau geschreven. 
Conclusies

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voordat je aan de slag gaat
  • Bedenk hoe jij de informatie wil geven. Zorg voor een eenvoudige verhaallijn en verwerk wat jij geleerd hebt in het verhaal.
  • Jullie prentenboek gaat jonge kinderen iets leren over het ontstaan van de Olympische Spelen. Wat kunnen jullie allemaal hierover vertellen? Schrijf de informatie kort op. 

  • Heb je niet genoeg aan de informatie uit deze les en de tekst? Ga dan zelf op zoek naar extra informatie in boeken en zoek op het internet. 

Het boek
De informatie
Tip!
Denk aan alle beeldende dingen die in de filmpjes en in de tekst zijn benoemd zoals de sportieve mannen, de olijfkrans, de tempel van Zeus en de Romeinen.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eerst even oefenen...
  • Schets jullie boek eerst op een A4 papier: 

    Verdeel het papier in 8 stukken en teken per vakje wat er in het boek komt te staan. 
Schetsen
  • Schrijf de eventuele teksten in een heldere, actieve vorm. Het onderwerp staat dan vooraan in de zin en er worden zo min mogelijk woorden gebruikt. 

    NIET: En toen werd Haas door alle dieren van het bos geknuffeld. 
    WEL: Alle dieren gaven Haas een knuffel. 

    (Even oefenen op de volgende slide!)

Tekst
Houd rekening met de doelgroep: jonge kinderen. Naast dat ze er iets van moeten leren mag het ook leuk zijn! Gebruik humor en houd rekening met de belevingswereld van jonge kinderen. 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

..
.
Welke zin is geschreven in een heldere, actieve vorm? 
A
Er werd die avond flink gefeest door de dieren in het bos.
B
Alle dieren vierden die avond flink feest.

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Tevreden over je verhaallijn en schets? Nu kan je echt aan de slag! 
De checklist hiernaast kan je helpen. 
timer
25:00

Slide 29 - Diapositive

Verwerkingsopdracht
Feedback en teksten aanpassen
timer
25:00
Geef jullie prentenboek aan een ander groepje. Vraag hen om de informatie te bekijken en de checklist voor ieder groepslid in te vullen. Kun je aan de hand van de ingevulde checklist een tip en een top voor jezelf bedenken? Schrijf het in je logboek. Pas op basis van de feedback jullie prentenboek aan. 
Misschien mogen jullie je prentenboek wel echt aan kinderen uit groep 3/4 voorlezen?! 

Slide 30 - Diapositive

Verwerkingsopdracht
Reflectie
Draai aan het rad en bespreek de vraag.

Slide 31 - Diapositive

Verwerkingsopdracht
Wereldoriëntatie

  • Ik weet hoe de Olympische Spelen zijn ontstaan
  • Ik weet hoe de Olympische Spelen in de moderne tijd worden gehouden.
  • Ik kan uitleggen wat de Olympische symbolen zijn en wat ze betekenen.
Terugkoppeling lesdoelen 
Woordenschat
  • Ik weet wat
    de belangrijke woorden uit de tekst betekenen. 
Taal
  • Ik kan in informatief prentenboek voor groep 3/4 uitleggen hoe de Olympische Spelen zijn ontstaan.

Slide 32 - Diapositive

Terugkoppeling lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen. Hebben zij de lesdoelen behaald?
Terugkoppeling eigen leervragen
  • Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen? 
  • Welke vragen zijn nog onbeantwoord? 
  • Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

              Tot de volgende keer!

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions