H2L11 - 3HD/3VE - Donderdag 14 december - 2.8 Grammatica woordsoorten - voegwoord en tussenwerpsel

Welkom 3HD / 3VE




: )


Planning van dit uur
  • Stillezen uit Zonder titel (tien minuten)
  • Huiswerk bespreken
  • Herhaling 2.8 Grammatica woordsoorten
  • Zelfstandig werken

Aan het einde van deze les
  • weet je wat voegwoorden zijn;
  • weet je wat tussenwerpsels zijn.

Toetsen of opdrachten die eraan komen:
  • Repetitie hoofdstuk 2
  • Boekopdracht Zonder titel 


timer
10:00
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom 3HD / 3VE




: )


Planning van dit uur
  • Stillezen uit Zonder titel (tien minuten)
  • Huiswerk bespreken
  • Herhaling 2.8 Grammatica woordsoorten
  • Zelfstandig werken

Aan het einde van deze les
  • weet je wat voegwoorden zijn;
  • weet je wat tussenwerpsels zijn.

Toetsen of opdrachten die eraan komen:
  • Repetitie hoofdstuk 2
  • Boekopdracht Zonder titel 


timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk bespreken
Wat
Havo: huiswerk bespreken (opdracht 9 van 2.7 Grammatica zinsdelen)
Vwo: huiswerk nakijken + maak opdracht 1 t/m 5 van 2.8 Grammatica woordsoorten
Hoe
Klassikaal
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd
Ongeveer vijf minuten
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de repetitie 
Klaar
Hierna gaan we verder met de les

Slide 2 - Diapositive

Gelukkig  leven  we  niet  meer  in   de 

middeleeuwen,   want   dat   was   een 

barbaarse   tijd. 

Slide 3 - Diapositive

Voegwoorden
Een voegwoord verbindt. 

  • Twee zinsdelen
    Hebben jullie een kat en een hond? 
    We gaan dit weekend zwemmen of naar de stad. 
  • Hoofdzin en hoofdzin
    Voor wiskunde heb ik veel huiswerk, maar voor Engels heb ik niets. 

En, maar, want, dus en of

Slide 4 - Diapositive

Tussenwerpsel
  • Uiting van een gevoel (ach)
  • Klanknabootsing (wham)
  • Woord om de aandacht te trekken (hé!)

Maakt geen deel uit van de zin, wordt daarvan gescheiden door een leesteken (komma, uitroepteken, punt). 

Slide 5 - Diapositive

Zin in een zin
Ik ben chagrijnig omdat m'n telefoon kapot is.

1. Ik ben chagrijnig = hoofdzin
2. M'n telefoon is kapot = ondergeschikte zin in de zin

Slide 6 - Diapositive

Soorten zinnen
Enkelvoudige zin
Samengestelde zin
één zin, één persoonsvorm
twee of meer zinnen die aan elkaar geplakt zijn
Isa heeft een nieuwe telefoon gekocht. 
1. Twee hoofdzinnen (want, maar, en, of, dus) 
2. Hoofdzin + bijzin (omdat, toen, sinds, dat) 
Isa heeft een nieuwe telefoon gekocht en ze is een kop koffie gaan drinken. 
Isa heeft een nieuwe telefoon gekocht omdat haar oude kapot was. 

Slide 7 - Diapositive

Nevenschikking
Onderschikking
Hoofdzin + hoofdzin
Hoofdzin + bijzin
Bijzin + hoofdzin

Slide 8 - Diapositive

                   Individueel werken
timer
15:00
Wat
Havo: maak opdracht 1 t/m 4 + 6 (in je boek)
Vwo: maak opdracht 1 t/m 5 van 2.8 Grammatica woordsoorten (in je boek)
Hoe
Rustig overleggen
Hulp
Steek je vinger op, dan kom ik langs
Tijd
Ongeveer 15 minuten
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de repetitie
Klaar
Lees verder in je leesboek

Slide 9 - Diapositive

Samenvatting van de les
Jij
  • hebt geleerd wat voegwoorden zijn;
  • hebt geleerd wat tussenwerpsels zijn.

Huiswerk 
Havo: maak opdracht 1 t/m 4 + 6 (in je boek)
Vwo: maak opdracht 1 t/m 5 van 2.8 Grammatica woordsoorten (in je boek)

Slide 10 - Diapositive