V2 Taalverzorging 12: bijvoeglijk naamwoord

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Taalverzorging 2.7

Programma

1. Uitleg Bijvoeglijk naamwoord 
2. maken opdrachten

Taalverzorging 12

Doel: Je leert op welke manier bijvoeglijke naamwoorden geschreven worden in het Nederlands.

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

1. Zegt iets over de persoonsvorm
2. De, het, een
3. Hetzelfde als een voorzetsel
4. Zegt iets over het zelfstandig naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

De meeste bijvoeglijke naamwoorden hebben een korte en lange vorm.

korte vorm: een lang verhaal

lange vorm: het lange verhaal

De lange vorm van het zelfstandig naamwoord maak je (vaak) door er -e achter te plakken.

lieve, leuke, aardige, grote, sterke

Bijvoeglijk naamwoord

Soms moet je wel even opletten, dan moet er iets in het woord veranderen. 

Let bijvoorbeeld op:

- veranderen van F in V: lief - lieve

- veranderen van S in Z: grijs - grijze

- laatste medeklinker verdubbelen: fris - frisse

- klinker weghalen: zuur - zure

Een bijvoeglijk naamwoord staat in de buurt van een zelfstandig naamwoord.

1. Juist
2. Onjuist

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?

1. de
2. leerling
3. snapt
4. slimme

De rode jas hangt nog aan de kapstok. Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?

1. jas
2. rode
3. kapstok
4. hangt

Morgen komt mijn lieve vakantievriendin eindelijk logeren.
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?

1. morgen
2. lieve
3. eindelijk
4. er staat geen bijvoeglijk naamwoord in de zin

Welk woord in deze zin is een bijvoeglijk naamwoord?
Zij heeft dit weekend veel leuke films gekeken.

Hoe schrijf je het bijvoeglijk naamwoord?

Hoe schrijf je het bijvoeglijk naamwoord?

In welke zin staat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

1. De aardige jongen lacht om haar grapjes.
2. Dat is de normaalste zaak van de wereld.
3. Morgen wordt het een mooie dag.
4. Die houten stoel lijkt me niet zo stevig!

Hoe schrijf je het bijvoeglijk naamwoord?

Hoe schrijf je het bijvoeglijk naamwoord?

Lesdoelcheck!
Spel de bijvoeglijke naamwoorden in onderstaande zin op de juiste manier.

De (braaf) man gaf mij een (zilver) ring terwijl hij mij met een (bewonderen) blik aankeek.

Ik vind de spelling van het bijvoeglijk naamwoord nog lastig.

1. ja
2. nee
3. een beetje

Opdracht 

Maken 2.7 bijvoeglijk naamwoord blz. 309

klaar maak de oefentoets in de online licentie

Stuur de opdracht dit in teams staat naar de studenten zodat ze deze kunnen invullen.