TV2F - 27 novembre

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

TV2F - 27 novembre

Le programme d'aujourd'hui 

• Révision (herhaling) >> les verbes pronominaux (wederkerende werkwoorden
• Discuter / corriger >> Exercice C (à la page 31 de votre Supplément) 
• Discuter / corriger >> Exercice 6 (Leçon 2.1 - D'Accord)
• S'entraîner / apprendre : Le vocabulaire 

En Néerlandais

(zich aankleden)

Ik kleed me aan

Jij kleedt je aan

Hij/zij kleedt zich aan 

Wij kleden ons aan

Jullie kleden je aan 

Zij kleden zich aan

En Français

(s'habiller)

Je m'habille

Tu t'habilles

Il/elle/on s'habille

Nous nous habillons

Vous vous habillez

Ils/elles s'habillent

Wat valt jullie op aan de wederkerende werkwoorden in het Frans/Nederlands? Is er een verschil?
(Ik kleed me aan - Tu t'habilles)

Is het verschil je opgevallen?

In het Frans staat het wederkerend voornaamwoord

  voor 

het werkwoord >>    (Je m'habille)

en in het Nederlands 

achter 

het werkwoord >>   (Ik kleed me aan)

S'entraîner (oefenen)

geef de juiste vorm van het werkwoord:

je (se doucher)

nous (se lever)

elles (s'habiller)

Marianne (se maquiller)

tu (se réveiller)

Exercice C (les devoirs) - Supplément - Page 31

• Prenez vos Suppléments 
• On va corriger Exercice C (à la page 31)

Les réponses (Exercice C)

D'Accord 

• Chapitre 2
• Leçon 2.1 >> Exercice 6
• On va corriger l'exercice 6 ensemble 

Exercice 6 (leçon 2.1)

-- Choisissez les phrases 

en lisant le texte

-- Fini?

Apprendre Voca 2-3 

(StudyGo)

Les devoirs (het huiswerk)

Lire : Supplement B (present + ontkenning – page 32)

Faire : D’Accord : Leçon 2.2 – Exercices : 3,4 et 6

Apprendre: Voca : StudyGo >> Voca 2-3