TV2I - jeudi 30 novembre

TV2I - jeudi 30 novembre
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

TV2I - jeudi 30 novembre

Slide 1 - Diapositive

Révision (herhaling): Klokkijken
Faire un Quiz : Quizizz

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

En Néerlandais
(zich aankleden)

Ik kleed me aan
Jij kleedt je aan
Hij/zij kleedt zich aan 
Wij kleden ons aan
Jullie kleden je aan 
Zij kleden zich aan





En Français
(s'habiller)

Je m'habille
Tu t'habilles
Il/elle/on s'habille
Nous nous habillons
Vous vous habillez
Ils/elles s'habillent

Slide 5 - Diapositive

Wat valt jullie op aan de wederkerende werkwoorden in het Frans/Nederlands? Is er een verschil?
(Ik kleed me aan - Je m'habille)

Slide 6 - Question ouverte

Is het verschil je opgevallen?

In het Frans staat het wederkerend voornaamwoord
  voor 
het werkwoord >>    (Je m'habille)

en in het Nederlands 
achter 
het werkwoord >>   (Ik kleed me aan)

Slide 7 - Diapositive

S'entraîner (oefenen)

Slide 8 - Diapositive

geef de juiste vorm van het werkwoord:

je (se doucher)

Slide 9 - Question ouverte

nous (se lever)

Slide 10 - Question ouverte

elles (s'habiller)

Slide 11 - Question ouverte

Marianne (se maquiller)

Slide 12 - Question ouverte

tu (se réveiller)

Slide 13 - Question ouverte

Exercice C (les devoirs) - Supplément - Page 31
  • Prenez vos Suppléments 
  • Faire (maken) >> Supplément -Chapitre 2 - Exercice C 

Slide 14 - Diapositive

Les réponses (Exercice C)

Slide 15 - Diapositive

Les devoirs 
- Faire ses devoirs >> Important ! (huiswerk maken belangrijk)
- Malheureusement, beaucoup des élèves ne font pas les devoirs 
- Geen huiswerk gemaakt >> notitie in Magister
- Huiswerk maken = in je eigen belang ! 

Slide 16 - Diapositive

D'Accord - Chapitre 2
Faire (maken):
  • Exercice 9 - Leçon 2.1 
  • Gedeelte A >>> Het vervoegde werkwoord aangeven (indiquez le verbe conjugué)
  • Gedeelte B >>> Bij 'Infinitif' schrijf je het hele werkwoord op (bijvoorbeeld: je reste ici >> rester
Bij 'Passé composé : schrijf je de hele zin op in de passé composé. 

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk opdracht 
Ga naar lesplanning - scroll naar beneden

Slide 18 - Diapositive