Hoofdstuk 7 paragraaf 4, les 4

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Wat gaan we doen vandaag?

• Hoeveel lessen hebben we nog?
• Herhalen leerdoelen vorige lessen
• Vragen over §7.3?
• Leerdoelen paragraaf 4
• Instructie paragraaf 4
• Aan het werk met paragraaf 4
• Evaluatie leerdoelen.
• Afsluiting 

Hoeveel lessen tot SE 3?

Nog 6 lessen (7 met deze les er bij),

waarvan 1x 50-minuten

- §8.1 t/m 8.4

- herhalen hoofdstuk 6, 7 en 8

Week 8	x	x	80
Week 9	vak	an	tie
Week 10	80	80	50
Week 11	80	80	80
Week 12	toets	week	3

En dan? Na SE 3?

Na SE 3 nog vijf lesweken maar! 

• Inhaal/ herkansing SE 3
• Taaldorp
• Goede Vrijdag 
• 2e Paasdag
• Bespreken toets SE 3

week 13	80	80	80
Week 14	herkansingsweek	herkansingsweek	herkansingsweek
Week 15	80	80	80
Week 16	80	80	80 do laatste lesdag
Week 17/18	vakantie	vakantie	vakantie

Begin vandaag (als je nog niet begonnen bent).

Doe actief mee!

Onze economie is meer open dan de economie van grote landen als de Verenigde Staten.
Geef hiervoor een verklaring?

Wat is geen protectiemaatregel die de EU neemt om de eigen markt te beschermen?

1. Invoerrechten heffen.
2. Exportsubsidies geven.
3. Importsubsidies geven..
4. Een importquota invoeren.

De EU beschermt haar eigen economie door invoerrechten te heffen op importproducten, ook op de spijkerbroeken die Robber2 importeert uit de VS. Op welke manier beschermen invoerrechten de producenten van spijkerbroeken in de EU?

1. Spijkerbroeken uit de EU worden hierdoor in de VS duurder.
2. Spijkerbroeken uit de EU worden hierdoor in de VS goedkoper.
3. Amerikaanse spijkerbroeken worden hierdoor in de EU duurder.
4. Amerikaanse spijkerbroeken worden hierdoor in de EU goedkoper.

Hoeveel landen zitten er in de EMU?

1. 17
2. 20
3. 18
4. 19

Wat is de EMU?

1. Alle landen binnen Europa
2. Alle landen binnen de Europese Unie
3. Alle landen die met de euro betalen

In de Europese Unie is er vrij verkeer van: goederen, diensten, personen, kapitaal

1. juist
2. onjuist
3. soms wel, soms niet.
4. alleen in de EMU

Is het gelukt met het huiswerk?

Wat ging goed? Met welke opgave(n) had je moeite?

Is het gelukt met het huiswerk?

Wat ging goed? Met welke opgave(n) had je moeite?

Is het gelukt met het huiswerk?

Wat ging goed? Met welke opgave(n) had je moeite?

Is het gelukt met het huiswerk?

Wat ging goed? Met welke opgave(n) had je moeite?

Is het gelukt met het huiswerk?

Wat ging goed? Met welke opgave(n) had je moeite?

Is het gelukt met het huiswerk?

Wat ging goed? Met welke opgave(n) had je moeite?

Leerdoelen:

• Ik kan uitleggen wat globalisering is en waardoor deze toeneemt.
• Ik weet wat een handelsverdrag is en wat voordelen hiervan zijn.
• Ik kan uitleggen hoe we onze internationale handelspositie kunnen behouden en verbeteren.
• Ik kan nadelen van globalisering noemen. 

Schrijf op in je schrift:

Globalisering = De toenemende vrije wereldhandel.

Internationale arbeidsverdeling = Een product wordt gemaakt en geëxporteerd door het land dat dit het beste en/of het goedkoopste kan.

Handelsverdrag

Afspraken tussen de EU en niet- EU landen.

• verlaging of afschaffing van invoerrechten
• veiligheidseisen waar producten aan moeten voldoen
• eisen op het gebied van arbeidsomstandigheden

Hoe zorgen we er nou voor dat we een sterke internationale concurrentiepositie houden?

• goed onderwijs
• goede gezondheidszorg
• een goede infrastructuur
• innovaties 

Nadelen globalisering:

• verlies banen in eigen land
• ongelijke welvaartsverdeling
• negatieve gevolgen voor het milieu 

Aan het werk met 7.4

• Ben je eerder klaar, ga verder met de rekenopgaven van hst 7 of ...
• Als je alles nog een keer wilt herhalen, maak dan de herhalingsopgaven.
• Als je iets meer uitdaging zoekt, probeer de plusopgaven dan eens. 

Huiswerk voor de volgende les:

§7.3 en §7.4  af. Denk aan je boek, schrift, rekenmachine en pen!!!

Hoe zat het ook alweer?

Stel een groep Chinese toeristen verblijft een week in Nederlandse hotels. Is dit voor Nederland import of export en waarom?

1. Import, de Chinezen komen Nederland in.
2. Export, er komt geld Nederland in.
3. Export, er gaat geld Nederland uit.
4. Import, er gaat geld Nederland uit.