PP1 Les 3 presenteren

Presenteren.... kun je leren!
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Presenteren.... kun je leren!

Slide 1 - Diapositive

Vorige week

Slide 2 - Diapositive

Startopdracht
Pak een voorwerp uit je tas dat iets vertelt over jezelf.
Bekijk het voorwerp goed en bedenk welke overeenkomsten of verschillen er zijn tussen jou en het voorwerp. Wat zegt het voorwerp over jou? Waar denk jij aan?
Vertel dit in 1 min.

Geef de beurt door aan een ander.

Slide 3 - Diapositive

Wanneer heb jij zelf gepresenteerd?

Slide 4 - Question ouverte

Waarom presenteren?

Slide 5 - Carte mentale

Leerdoelen
- Aan het einde van de les weet waar je presentatie  over moet gaan.
- Aan het einde van de les weet je hoe je een presentatie kan opbouwen.
- Aan het einde van de les weet je 'je plan'. 


Slide 6 - Diapositive

Welk doel heeft onze presentatie over stage?
A
Amuseren
B
Informatie geven
C
Overtuigen

Slide 7 - Quiz

Je plan
1. Doel: informatie geven over je stage.
2. Manier van spreken.
3. Opbouw van een presentatie
4. Beeldmateriaal

Slide 8 - Diapositive

Overleg in tweetallen
Wat kan je vertellen over je stage?
Overleg 4 minuten in tweetallen.
Schrijf minimaal twee dingen.

Slide 9 - Diapositive

Wat kan je bespreken?

Slide 10 - Carte mentale

Je plan
1. Doel: informatie geven over je stage.
2. Manier van spreken.
3. Opbouw van een presentatie
4. Beeldmateriaal

Slide 11 - Diapositive

Spreek rustig en verstaanbaar

Slide 12 - Diapositive

Maak mensen nieuwsgierig!!!

Slide 13 - Diapositive

Bijvoorbeeld:

  • Begin met een vraag.
  • Vertel iets wat je mee hebt gemaakt.
  • Gebruik een citaat
  • Start een quiz
  • Geef een raadsel
  • Begin met humor
  • of een anekdote
  • Open met een bedankje

Slide 14 - Diapositive

Kijk je publiek aan

Slide 15 - Diapositive

Houding
Sta met twee benen op de grond. 
Je knieën een beetje gebogen,
       niet op slot.
Je armen langs je lichaam. 
Rug recht, schouders naar achteren. 
Ogen het publiek in. 

Slide 16 - Diapositive

In een presentatie gebruik je verbale en non-verbale communicatie.

Slide 17 - Diapositive

Wat zijn voorbeelden van non-verbale communicatie?
A
Praten met handen en voeten
B
Lichaamstaal
C
Gezichtuitdrukking
D
Geschreven brief

Slide 18 - Quiz


Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en schrijven
C
Gebaren
D
Afbeeldingen gebruiken

Slide 19 - Quiz

Je plan
1. Doel: informatie geven over je stage.
2. Manier van spreken.
3. Opbouw van een presentatie
4. Beeldmateriaal

Slide 20 - Diapositive

De inleiding

  • Stel jezelf voor.
  • Vertel waar je presentatie over gaat.
  • Vertel welke onderwerpen je gaat behandelen.
  • Maak duidelijk wanneer het publiek vragen kan stellen.


Slide 21 - Diapositive

Het middenstuk (kern)
  • Behandel de deelonderwerpen in een logische volgorde.
  • Zorg voor duidelijke informatie.
  • Gebruik signaalwoorden zoals eerst, daarna en vervolgens, ten eerste, ten tweede, ten derde, tot slot.

Slide 22 - Diapositive

Slot
  • Geef een korte samenvatting.
  • Opvallende uitspraak (uitsmijter) of tip.
  • Vraag of er nog vragen zijn.
  • Bedank het publiek voor de aandacht.

Slide 23 - Diapositive

Je plan
1. Doel: informatie geven over je stage.
2. Manier van spreken.
3. Opbouw van een presentatie
4. Beeldmateriaal

Slide 24 - Diapositive

Beeldmateriaal
PowerPoint-Prezi-Canva.
Let op stijl en lettertype.
Geef deelonderwerpen aan.
Gebruik steekwoorden.
Gebruik plaatjes/filmpjes.
Check op taalfouten!


Slide 25 - Diapositive

En nu?
Goede prestatie = goede voorbereiding
1. Planning
2. Maak een indeling van je presentatie: inleiding, kern, slot
3. Maak een PowerPointpresentatie 
4. Maak eventueel een spiekbriefje met steekwoorden
5. Oefen je presentatie (5-10 minuten)
6. Check of alle hulpmiddelen goed werken.


- Oefenen


 

















Slide 26 - Diapositive

Wat is belangrijk aan je houding?

Slide 27 - Carte mentale

Leerdoelen
- Aan het einde van de les weet waar je presentatie  over moet gaan.
- Aan het einde van de les weet je hoe je een presentatie kan opbouwen.
- Aan het einde van de les weet je 'je plan'. 


Slide 28 - Diapositive

OVERZICHT
7 juni:   
21 juni: 
28 juni: 

Slide 29 - Diapositive

www.exitticket.nl/ticket/6vbrvp

Slide 30 - Diapositive