4.1 en 4.3 Zwangerschap en geboorte

4.1 en 4.3 Zwangerschap en geboorte
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4.1 en 4.3 Zwangerschap en geboorte

Slide 1 - Diapositive

Welke geslachtshormonen produceren de hormoonklieren hypothalamus en hypofyse?

Slide 2 - Question ouverte

Welke functies hebben FSH en LH bij een man?

Slide 3 - Question ouverte

Welke functies hebben de volgende hormonen bij een vrouw?
1. FSH, 2. Oestrogeen, 3. LH en 4. Progesteron

Slide 4 - Question ouverte

Leerdoelen
  • Je kunt de ontwikkeling van zygote tot volgroeide baby toelichten
  • Je kunt fasen van de geboorte toelichten

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Het zwangerschapshormoon
HCG: humaan choriongonadotropine -> gele lichaam blijft nog 3 maanden functioneren/ later placenta

= progesteron! (houdt zwangerschap in stand)
  • Baarmoederslijmvlies doorbloed
  • Geen menstruatie
  • Rem FSH en LH (geen nieuwe follikels en ovulatie)
  • Ontwikkeling melkklieren in borsten

Slide 8 - Diapositive

=LH

Slide 9 - Diapositive

Embryonale ontwikkeling


Zygote: bevruchte eicel


Embryo: 1 - 8 week (alle weefsels en organen worden gevormd)
Foetus: 2 maand -  9  maand (groei!)




Slide 10 - Diapositive

Zygote
  • Klievingsdelingen: geen cytoplasmagroei
  • Morula: klompje cellen
  • Blastula: holte/blaasje gevuld met vocht
  • Trofoblast: buitenste laag cellen = bescherming, wordt kinderlijk deel placenta (innesteling in BMV)
  • Chorion: buitenste vruchtvlies + holte erin
  • Placenta: chorionuiteinden die voedingsstoffen/O2 opname en afvalstoffen/CO2 afgifte faciliteren 

  • Embryoblast/knop: begin embryo
  • Amnionholte: binnenste vruchtvlies + holte erin
  • Dooierzak: gevormd uit blastulaholte

Vruchtwater: bescherming, vocht, voortbeweging, antibacterieel, temperatuur

Slide 11 - Diapositive

Waar vinden de eerste celdelingen van de zygote meestal plaats? Hoe heten deze eerste delingen?

Slide 12 - Question ouverte

In de vroege ontwikkelingsfasen van het embryo zijn er drie holten te zien. Welke holten zijn dat?

Slide 13 - Question ouverte

De amnionholte met vruchtwater komt bij alle gewervelde dieren voor, maar niet bij amfibieën. Verklaar waarom een amfibie geen amnion nodig heeft.

Slide 14 - Question ouverte

Placenta en navelstreng (Binas 84B)

Slide 15 - Diapositive

Binas tabel 86E
Leg maar aan elkaar uit

Slide 16 - Diapositive

Celdifferentiatie
Alle cellen van een embryo bevatten hetzelfde DNA, maar in elke cel is slechts een deel van het DNA actief (door plaats in embryo en invloed signaalstoffen door buurcellen)

Apoptose: geprogrammeerde celdood

Slide 17 - Diapositive

Apoptose is het proces waarbij geprogrammeerde celdood optreedt. Hierdoor kunnen overbodige en ongewenste weefsels verdwijnen. Wanneer is dit nuttig tijdens de embryonale ontwikkeling?

Slide 18 - Question ouverte

Stamcellen

Een bevruchtte eicel is nog niet gespecialiseerd en kan nog van alles worden (celtype)

Beenmerg: stamcellen -> bloedcellen (therapie)

Slide 19 - Diapositive

Groei van baarmoeder

Slide 20 - Diapositive

De geboorte

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Lien

Bevalling/ geboorte
Vanaf de zevende maand daalt het kindje in (met het hoofd naar beneden).
Start van de bevalling: 
moeder maakt prostaglandines aan -> samentrekken baarmoederwand (ontsluitingsweeën).

Slide 24 - Diapositive

Bevalling/ geboorte
Druk op de baarmoedermond zorgen (via zenuwen) voor stimulering van de hypothalamus. 
Die zet op zijn beurt de hypofyse aan tot het afgeven van oxytocine: extra samentrekkingen baarmoederwand.
Na volledige ontsluiting: persweeën.

Slide 25 - Diapositive

Omschrijf de zin "contractie baarmoederwand" in je eigen woorden

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive

Na de geboorte

Slide 28 - Diapositive

Na de geboorte
Naweeën zorgen we voor dat ook de placenta, vruchtvliezen en resten navelstreng de baarmoeder uit gaan.
De hypofyse van de moeder maakt prolactine aan -> stimuleert melkproductie.
Het zuigen van de baby aan de borst zorgt voor extra afgifte prolactine en oxytocine -> samentrekken melkklieren dus melkafgifte.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Aan de slag
Maak par. 4.3 nectar online

Slide 31 - Diapositive