Prepositions of direction (voorzetsels van beweging)

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Prepositions of direction

Voorzetsels van beweging

Theme 2

Slide 2 - Diapositive

Doel:
De voorzetsels van beweging kunnen toepassen in een Engelse zin.

Slide 3 - Diapositive

Voorzetsels van beweging

Deze voorzetsels geven aan hoe iemand/iets zich beweegt of in welke richting iets/iemand beweegt.


Can you throw that rock across the river?

Kun jij die steen naar de overkant van de rivier gooien?


Slide 4 - Diapositive

Voorzetsels
across = naar de overkant
after = achterna
along = langs
alongside = gelijk op met
around = om.. heen
down = naar beneden
from = van

Slide 5 - Diapositive

Voorzetsels
into = in
off = van...af
onto = op
out of = uit
over = overheen
past = voorbij
round = rond

Slide 6 - Diapositive

Voorzetsels

to = naar
through = door
towards = naar...toe
up = naar boven
away from = weg van 

Je zult alle voorzetsels en de betekenis moeten kennen voor het proefwerk.

Slide 7 - Diapositive

Let op!

Misschien is het je al opgevallen, maar deze voorzetsels volgen altijd na een werkwoord in een zin.


We walked around the building.
He walked into that scary house.

let op deze zin: Never walk home through that alley.

Slide 8 - Diapositive

Wat betekent: off ?

Slide 9 - Question ouverte

Wat betekent: past?

Slide 10 - Question ouverte

Vul in:
He is going to/after/around his friend's house.

Slide 11 - Question ouverte

He is walking up/ round/across the street.

Slide 12 - Question ouverte

Oefenen

Do exercise 12 on p38 of your AB.


Finished?
Do exercise 13 on p39 of your AB.

Slide 13 - Diapositive

Key to exercise 12
1. into
2. around
3. into
4. off
5. across
6. to
7. down

Slide 14 - Diapositive

Key to exercise 12


8. through
9. away from
10. over

Slide 15 - Diapositive

Wat ging goed tijdens de opdracht?

Slide 16 - Question ouverte

Wat kan ik nog extra oefenen?

Slide 17 - Question ouverte

Is het doel van deze les bereikt?
(voorzetsels kunnen toepassen)

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Lien