Afronding H3 - Vmbo2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b
• Leerjaar 2

Afronding H4 - Vmbo2

Wat is produceren?

Wat is de goede volgorde?
1= papier wordt gesneden. 2= Bomen worden omgezaagd 3=Van houtpulp wordt papier gemaakt. 4=Hout wordt vermalen 5= van papier wordt een schrift gemaakt

1. 2 – 1 – 4 – 3 - 5
2. 1 – 2 – 3 – 4 - 5
3. 2 – 4 – 3 – 1 - 5
4. 2 – 4 – 1 – 3 - 5

Alle bedrijven die meewerken aan een product
vind je terug in de :

Hieronder staat een schema met alle bedrijven die meewerken aan de productie van rookworst.

De supermarkt verkoopt de rookworst voor € 1,87.

 De veehouder zorgt voor een toegevoegde waarde van € 0,20 en het slachthuis voor € 0,24

 De groothandel voegt € 0,30 toe en de supermarkt € 0,35.

 Bereken hoeveel waarde wordt toegevoegd door de vleesverwerkingsfabriek.

De supermarkt verkoopt de rookworst voor € 1,87.
De veehouder zorgt voor een toegevoegde waarde van € 0,20 en het slachthuis voor € 0,24
De groothandel voegt € 0,30 toe en de supermarkt € 0,35.
Bereken hoeveel waarde wordt toegevoegd door de vleesverwerkingsfabriek.

Bij mechanisatie wordt het werk van mensen vervangen door machines.

1. Juist
2. Onjuist

Door automatisering moeten werknemers steeds meer zelf doen.

1. Juist
2. Onjuist

Door automatisering kan de productie per werknemer stijgen.

1. Juist
2. Onjuist

Iemand die iets produceert, maakt gebruik van productiefactoren. Noem de drie productiefactoren. Denk aan het ezelsbrugetje: KAN:

Anita en Jan hebben in een week 120 kg aardbeien verkocht voor € 3,50 per kg. Ook verkochten ze 60 doosjes bessen voor
€ 1,25 per doosje. De jongen die in de winkel helpt, hebben ze
€ 50 loon betaald. De andere kosten waren € 63.
Bereken hoeveel opbrengst (geld wat binnen komt) Anita en Jan deze week hebben behaald.

Hoe bereken je de winst?

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitvindingen.

Welk gevolg heeft automatisering en mechanisatie?

1. komt er meer werk voor ongeschoolde werknemers.
2. komt er meer werk voor deskundig personeel dat computers en machines kan bedienen.
3. produceren bedrijven minder omdat ze minder personeel nodig hebben.

) In een meubelmakerij werken 6 mensen. Er werden vorige maand 26 kasten gemaakt. Sinds begin deze maand is er een werknemer bij gekomen. Deze maand zijn er 35 kasten gemaakt.
Wat is er gebeurd met de arbeidsproductiviteit?

1. De arbeidsproductiviteit is gestegen.
2. De arbeidsproductiviteit is gedaald
3. De arbeidsproductiviteit is gelijk gebleven.

Hoe noem je het als van afval nieuwe producten worden gemaakt?

Je krijgt een onderwerp: 

- Je maakt een PowerPoint waarin je dat onderwerp uitlegt 

- gebruik plaatjes

- inleveren via It's Learning