Opdrachten blz 104 Zorg dat je 6
bloemen maakt
1 bloem:
2 bloemen: 1,7,8
3 bloemen :
Zaadcellen: erg klein, kunnen zelf bewegen (met de zweepstaart), bevatten geen reservevoedsel, vele miljoenen per zaadlozing
Eicellen: in verhouding groot, kunnen niet zelf bewegen, bevatten veel reservevoedsel, meestal één eicel per vier weken
Bevruchting: wanneer de celkern van de eicel en de celkern van de zaadcel samensmelten. Dit gebeurt in de eileider.
Ondoordringbare laag: wanneer er een zaadcel bij de eicel naar binnen is gekomen, vormt deze laag. Dit zorgt ervoor dat er niet nog meer zaadcellen naar binnen kunnen.
Deling: de eicel wordt bevrucht in de eileider. Hier begint de deling.
Innesteling: het klompje cellen zet zich vast in de baarmoederwand.
Embryo: voordat het klompje cellen is uitgegroeit tot baby, noemen we het een embryo.