Les 10 - Bespreken Rolschaatsen

• Middelbare school

Rolschaatsen

Lesdoelen

Als het goed is, kun je aan het eind van deze les de theorie van de literaire begrippen op verhalen toepassen.

Vraag 1

Schat de vertelde tijd. Beredeneer hoe je tot dat antwoord komt.

Wat verstaan we ook alweer onder de vertelde tijd?

En hoe pasten flashbacks, flashforwards, terugverwijzingen en vooruitwijzingen hierin?

Vraag 2

Is het verhaal chronologisch of niet? Verklaar je antwoord.

Hoe zat het ook alweer met de chronologie?

Vraag 3

Door wiens ogen kijk je het verhaal in?

Hoe zat het ook alweer met perspectief?

Vraag 4

Beredeneer waarom de hoofdonderwijzer een type is.

Wat was ook alweer het verschil tussen een type en een karakter?

Vraag 5

De baard van de hoofdonderwijzer wordt driemaal genoemd; die fungeert dus als?

Thema's, motieven, motto?

Vraag 6

Welke drie naamgevingen voor de baard kom je tegen?

Vraag 7

Heeft het verhaal een open of een gesloten einde?

Leg je antwoord uit.

Hoe zat het ook alweer met open en gesloten einde?

Vraag 8

Wat is het thema van dit verhaal?

Wat verstonden we ook alweer onder een thema?

Vraag 9

Zeg in maximaal 15 woorden welk taalkundig bezwaar er bestaat tegen het gebruik van “want” in regel 4.

Waarvoor gebruiken we 'want' ook alweer?

Vraag 10

Wat betekent het woord 'redeloze' in regel 22?