Expressionisme Dans

EXPRESSIONISTISCHE  DANS
Cultuur van het moderne 1900-1950
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Kunst AlgemeenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

EXPRESSIONISTISCHE  DANS
Cultuur van het moderne 1900-1950

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dans begrippen
Voorstelling: Wat voor soort dans wordt er uitgevoerd? (klassiek, modern, hiphop, volksdans, etc.)

Inhoud: waar gaat het over? Onderwerp, verhaal, diepere betekenis.

Vormgeving: hoe wordt de voorstelling vormgegeven d.m.v. dans?
Dansaspecten: Ruimte, tijd, kracht

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Terugblik op de 19 eeuw: romantisch ballet 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat valt je op aan de danstechniek van dit ballet?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken Romantisch ballet
  • Ideaal nastreven
  • Verbeelding/fantasie - ontsnappen aan de realiteit
  • Verhalen spelen zich af in verre oorden of een ver verleden
  • Sterke tegenstellingen - goed/kwaad, licht/donker, aards/spiritueel
  • Noodlot slaat toe - dood, onmogelijke liefde, suïcide
  • Ballerina schim/geest/elf/schaduw. Het aardse ontstegen (spitzendans, gespierde uiterlijk, gecodeerde danspassen,)

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Dans begin 20e eeuw
Expressionisme - persoonlijke, chaotische stijl, uitdrukken van gevoel

MODERNE DANS
De revolutionaire periode (1900 - 1925)
De grondslagleggende periode (1925 - 1945)

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk beide filmfragmenten
Fragment 1                                                                                           Fragment2

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke verschillen en welke overeenkomsten zie je in de danstechniek in beide fragmenten?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Revolutionaire dansvernieuwers  begin van de 20e eeuw 
Isadora Duncan- geïnspireerd door de Griekse kunst gebruikte natuurlijke, vrije bewegingen: lopen, rennen springen, geen spitzen en zweefsprongen en dansend op de voorvoet dus niet op tenen in haar choreografie. 


r

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Revolutionaire dansvernieuwers  begin van de 20e eeuw 
Loïe Fuller- werkte met elektrisch licht, kleur en beweging in haar dansen. De armen werden verlengd met stokken met stof. Haar solodansen bestonden uit het draaien om de lichaams-as waarbij ze met de armen zwaaide.

Emile Jacques Dalcroze – bedenker van ritmiek (euritmie= mooie beweging), uitdrukking van het lichaam door de ritmische beweging, bedenker van inspanning-ontspannig in de dansstructuur

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Verval van het ballet in  West Europa 
een balletschool in 1920 eeuw had een slechte naam:  een ontmoetingsplek tussen  rijke mannen en ballerina's.

 In Rusland was de danstraditie zeer goed. 
Les Ballets Russes

Balletgezelschap opgericht in Parijs met Russische dansers door Sergej Diaghilev, Russisch kunstcriticus, kunstkenner, kunstagent (impressario).
Hij werkte samen met de beste dansers en kunstenaars  van zijn tijd.

Dit dansgezelschap was zeer succesvol in Parijs en het hele Europa: een artistieke vernieuwing en hoog dansniveau.
Les Ballets Russes

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Michel Fokine- in zijn choreografie breekt hij voorzichtig met de regels van het klassieke ballet.

Dansers moeten hun gevoel uitdrukken door middel van vrijere lichaamsbewegingen,
 exotische invloeden in de dans. De kostuums lijken exotisch, benadrukken het lichaam en de bewegingen. 

Les Ballets Russes

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les Ballets Russes
Vaslav Nijinsky (Wacław Niżyński)-
geniale Poolse danskunstenaar en choreograaf, befaamd om zijn hoge sprongen en technische perfectie, 
grote persoonlijkheid. (2:56-5:16 min)

Dans inspiraties:
- primitieve kunst, 
- Griekse vaasschilderingen
 - Russische (volks)verhalen.

In zijn dans verwerkte hij  erotische (seksuele) bewegingen.
Dat zorgde voor veel ophef bij het publiek.






Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Le Sacre du Printemps (1913)
Choreograaf: Vaslav Nijinsky
Componist: Igor Stravinsky

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Le Sacre du Printemps

Lenteritueel, offer van een jonge maagd die uitverkoren is om zich dood te dansen voor de zonnegod.
Wat zijn de grootste verschillen in de danstechniek tussen Het Zwanenmeer en Le Sacre du Printemps? Dus, wat is dan anders in het ballet van Nijinsky?

Slide 17 - Question ouverte

Dans

Ipv sprookjesachtig romantisch onderwerp is dit meer een gruwelijk en gewelddadig verhaal rond een rituele moord.
  • Breekt regels romantisch ballet (academisch)
  • abstracte choreografie
  • dansexpressie
  • geen verhaal uitbeelden
  • primitieve kostuums
  • hoekige danspassen
  • ingedraaide beenposities
  • stampende voeten
  • lichamen die zich ter aarde storten
Muziek:
  • complexe, onregelmatige ritmes
  • vernieuwende akkoorden op elkaar
Kenmerken Le Sacre du Printemps
Dans: 
  • Breekt met regels romantisch ballet (academisch)
  • abstracte choreografie, 
  • geen uitbeelding van een verhaal
  • heftige dansexpressie:
  • kostuums geïnspireerd door 
  • de volkskunst (primitieve kunst)
  • hoekige danspassen
  • ingedraaide beenposities
  • stampen met platte voeten
  • lichamen die zich ter aarde storten


Muziek van Stravinsky
  • complexe, onregelmatige ritmes
  • vernieuwende akkoorden op elkaar
  • veel dynamiek (harde en zachte tonen)

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De grondslagleggers van moderne dans
Rudolf von Laban- bedenker van de uitdrukkingsdans  Ausdrucktanz.
Hij bedacht een ruimtelijke analyse  van dans en dansnotatie - labanotatie. 
Hij keek naar de relatie tussen de dansbewegingen en de ruimte waarin gedanst wordt.
Volgens Laban is dans samengesteld uit de elementen tijd, kracht en ruimte.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Labanotatie

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Challenge- extra
In groepjes van drie bedenk je een dansnotatie (dansschrift) 
voor basispassen van  toegewezen bekende dansen.
Je mag geen teksten hierin verwerken alleen  simpele tekens. 
Je schrijft deze notaties op papier.
Alle notaties worden verzameld en daarna uitgedeeld. 
Andere groepjes  moeten raden om welke dans het gaat.
Hoe duidelijker de dansnotatie is, des te beter!




De andere groepjes moeten raden om welke dans het gaat


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Challenge
Dansenpassen: 

Moonwalk
Vogeltjesdans
Macarena
Gagnamstyle
Harlem shake


Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ausdrucktanz van Mary Wiegman

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Ausdrucktanz is een vorm van dansexpressionisme. Noem drie kenmerken van deze expressionistische dans.

Slide 25 - Question ouverte

Ausdrucktanz:

  • Rechtstreekse uitdrukking van emotie en gevoel in dans
  • Geen sierlijke maar heftige of hoekige dansbewegingen
  • Zwaartekracht (vallen, zitten, stampen op de grond) speelt een rol, wordt niet meer ontkent
  • Muziek is ondergeschikt.
Hexentanz (1914) - Mary Wigman
Belangrijkste principes van Wigman:
- Dans is een uiting van diepe en sterke: woede, angst en verdriet door de zeggingskracht van de beweging zelf
- Geen verhaal uitgedrukt
- Het lichaam is een instrument dat zingt en beweegt/trilt
- Dans wordt ook laag op de vloer  gedanst (horizontal)
-Hoekige bewegingen
-Met blote voeten gedanst: stampen, kruipen, slaan
-Gebruik van ontspannings en inspannings bewegingen
-Kostuum: maskers en vodden
- Beweging benadrukt door het slagwerk  (muziek)


AUSDRUCKTANZ

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grondslaglegger moderne dans (expressie)

Kurt Jooss (leerling van Wiegman) combineert de Ausdrucktanz met klassieke ballet
- duidelijker verhaal in de dans
gebruikt rekwisieten  (tafel) en maskers in de dans
-duidelijke angstgevoelens -een aanklacht tegen de oorlog
 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waaraan kun je in de choreografie "De groene tafel" van Jooss de verwijzingen naar de eerste wereldoorlog zien?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De grondslagleggers van moderne dans
Martha Graham- oprichtster
van Martha Graham Dance
 Company (1929)

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De grondslagleggers van moderne dans
Grahams techniek:

- hoekige dansen met blote voeten
- uitdrukking in bewegingen van heftige emoties
-expressieve mimiek
-techniek gebaseert op spannen  (contraction) en ontspannen (release) van spieren (kracht)
- ruime kleding en stoffen benadrukken bewegingen en  de choreografie
- inspiratie Griekse tragedie en de Ausdrucktanz

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk beide bronnen en op de volgende dia vind je een vraag. Gebruik de reader "Kunstanalyse" om de vraag te beantwoorden
                                       
Martha Graham, Lamentation, 1946                          Ernst Barlach, De vluchteling, 1920                    

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef 2 overeenkomende vormgevingsaspecten voor de choreografie van Martha Graham "Lamentation" en de sculptuur "Vluchteling" van Barlach, die verwijzen naar een expressionistisch karakter van beide kunstwerken.
Gebruik daarvoor de reader "Kunstanalyse".

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Examenvragen oefenen
Ga naar lambo.nl om het werkboek Cultuur van het moderne te openen. Log met je wachtwoord in. Vergeten: vraag je docent voor alternatieve inlog gegevens.

Beantwoord de vragen van het  BLOK 5: Expressie in de dans en van het  BLOK 8: Russische invloeden

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions