Les. 3 verbos irregulares

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Mevrouw de Cuba

¿Preguntas?

El programa 

Bienvenidos - 5 min

Nakijken - 5 min 

Schrijfvaardigheid - 20 minutos 

Klinkerwisseling - 20 min 

Ejercicios  - 15 min

Leesvaardigheid- 15 minutos 

Objetivos (leerdoelen)

Al finalizar la clase podré...

 Aan het einde van de les kan ik...

• Repasar el presente indicativo regular./ De tegenwoordige tijd herinneren
• Conjugar verbos con cambio vocálico/ werkwoorden vervoegen met een klinkerwisseling

¡Corregir!

Opdracht 5: Mijn stad

(± 60 woorden)

Je schrijft een e-mail naar een Spaanse vriend(in) en vertelt over je stad of dorp. Wat vind je leuk aan je woonplaats? Wat doe je vaak in je vrije tijd in de stad? Wat is er te doen voor jongeren? Gebruik de Presente om te vertellen over wat je regelmatig doet en de Pretérito Perfecto om te zeggen wat je recent hebt bezocht of gedaan in de stad. Gebruik signaalwoorden zoals in de zomer, meestal, af en toe, recentelijk, enzovoort.

¡A trabajar!

Usted _____ (repetir).

1. repito
2. repetimos
3. repite
4. repites

Tú ___________ (lavar) la ropa.

Mi padre ___________ (trabajar) hasta las cinco de la tarde.

Mis abuelos ___________ (preparar) la cena.

María ___________ (comer) verduras.

Kevin y yo ___________ (estudiar) español.

Ana y tú ___________ (ver) películas.

Los españoles ___________ (tomar) zumo de naranja.

Lee las oraciones

Yo puedo hablar en español. --> poder

Tú quieres unos zapatos nuevos. --> querer

Ella viste un vestido blanco. --> vestir

Ellos juegan baloncesto. --> jugar

Presente Indicativo Irregular: Pasos

1. Identificar el verbo/ Identificeer het werkwoord

2. Identificar la persona / Identificeer de persoon

3.  Cambiar la vocal / Verander de klinker

4. Quitar la terminación/ Verwijder de beëindiging

5. Agregar la terminación/ Voeg het einde toe

                              Yo ___________ (volver)* al medio día.

1. volver              2. yo                 3. vuelver             4.    vuelver          5. vuelv+o= vuelvo

e --> ie
Tú ___________ (preferir)* el helado de vainilla.

e --> ie
Ellos ___________ (empezar)* las clases a las ocho de la mañana.

o --> ue
Ella ___________ (dormir)* temprano.

o --> ue
Yo ___________ (encontrar)* un anillo.

e --> i
Él ___________ (pedir)* un zumo de naranja.

e --> i
Ellos ___________ (corregir)* el ejercicio.

Schrijf 1 werkwoord met klinklerwisseling 0 --> ue

Schrijf 1 werkwoord met klinklerwisseling e --> ie

Schrijf 1 werkwoord met klinklerwisseling e --> i

Schrijf 1 werkwoord met klinklerwisseling u --> ue

leer = lezen

Beoordeel uw begrip van het onderwerp van vandaag op een schaal van 1 tot 10: 

Lesdoel 1: Repasar el presente indicativo regular./ De tegenwoordige tijd herinneren

110

Beoordeel uw begrip van het onderwerp van vandaag op een schaal van 1 tot 10: 

Lesdoel 2: 

Conjugar verbos con cambio vocálico/ werkwoorden vervoegen met een klinkerwisseling

110