Leesvaardigheid hybride les
1 / 15
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat is een tekstdoel?
Noem er drie
Noem er drie
Slide 3 - Question ouverte
Wat is een leesstrategie?
Noem er drie.
Noem er drie.
Slide 4 - Question ouverte
Wat is een woordraadstrategie?
Noem drie strategieën.
Noem drie strategieën.
Slide 5 - Question ouverte
Een ander woord voor alinea is:
A
deelonderwerp
B
onderwerp
C
witregel
Slide 6 - Quiz
Noem een functiewoord
Slide 7 - Question ouverte
Verbindingswoorden zijn woorden die:
A
Geeft een signaal dat je moet opletten
B
Geven een signaal dat er een bepaald verband wordt aangegeven in de tekst.
C
Geeft een signaal dat er belangrijke woorden komen
D
geeft een signaal dat er een belangrijk stuk tekst komt.
Slide 8 - Quiz
Verwijswoorden: zijn woorden die verwijzen naar:
A
belangrijke personen in een tekst
B
naar een ander woord of woordgroep
C
naar een belangrijk tekstgedeelte
Slide 9 - Quiz
een onderwerp formuleer je in:
A
een lange zin
B
een zin van maximaal 5 woorden
C
een zin van drie woorden
D
een woord.
Slide 10 - Quiz
De hoofdgedachte van een tekst geeft aan:
A
Wat de schrijver je wil vertellen
B
Wat voor een mening de schrijver je wil opleggen
C
Wat de schrijver over een bepaald onderwerp wil zeggen
D
Wat de schrijver zijn eigen mening is over het onderwerp van de tekst
Slide 11 - Quiz
Leg uit wat een hoofdzaak is en wat een bijzaak is.
Slide 12 - Question ouverte
een samenvatting maak je met:
A
Alleen maar de bijzaken
B
Met hoofd- en bijzaken
C
Met alles wat je wilt opschrijven en wat jij belangrijk vindt
D
Alleen maar hoofdzaken
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Check out-vraag:
Ik kan aan de slag met het huiswerk. Ik heb geen vragen meer.
Ik kan aan de slag met het huiswerk. Ik heb geen vragen meer.
Ja, komt helemaal goed, ik weet wat ik moet doen
Ja, ik weet wat ik moet doen, maar ik heb nog een vraag
Ja/ Nee, ik heb nog veel vragen.
Nee: ik heb vragen over beide onderwerpen.
