fictie blok 2

Lezen
timer
15:00
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lezen
timer
15:00

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Uitleg beoordelingswoorden
  • Uitleg beeldspraak
  • Voorlezen fictie blok 2


Doel van de les:
- Je kunt een verhaal met beoordelingswoorden onderbouwen
- Je weet wat beeldspraak is

Slide 2 - Diapositive

Beoordelingswoorden
Beoordelingswoorden zijn woorden waarmee je een beoordeling geeft over bijvoorbeeld een boek, film of iets anders.

Voorbeelden van beoordelingswoorden:
Spannend
Mooi
Ontroerend
Grappig

Slide 3 - Diapositive

Beoordelingswoorden

Slide 4 - Diapositive

Beoordelingswoorden

Slide 5 - Diapositive

Opdracht:

1. Bedenk wel genre(s) jouw boek heeft.
 
2. Geef met 4 beoordelingswoorden aan wat jij tot nu toe van je boek vindt (2 daarvan zeggen iets over wat het verhaal met je doet en 2 zeggen iets over hoe realistisch je het verhaal vindt. Kijk op blz 66 in je lesboek)

Slide 6 - Diapositive

Beeldspraak 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik. 
Schrijvers gebruiken vaak beeldspraak 
voor een verrassend effect.





Slide 9 - Diapositive

Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik. 
Schrijvers gebruiken vaak beeldspraak 
voor een verrassend effect.




Er zijn 4 vormen van beeldspraak:
- vergelijking met als (hij is zo groot als een reus)

Slide 10 - Diapositive

Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik. 
Schrijvers gebruiken vaak beeldspraak 
voor een verrassend effect.




Er zijn 4 vormen van beeldspraak:
1. vergelijking met als (hij is zo groot als een reus)
2. vergelijking zonder als (hij is een beer van een vent)

Slide 11 - Diapositive

3. Metafoor

Bij een metafoor vervang je het object (de werkelijkheid) door een beeld. Let op: ook spreekwoorden zijn vaak metaforen!

  1. Ruim die zwijnenstal eens op!
  2. De appel valt niet ver van de boom.


Slide 12 - Diapositive

4. Personificatie
Met een personificatie geef je een menselijke eigenschap aan
iets dat geen mens is.

"De wind streelde haar haren"
"De bomen fluisterden zachtjes haar naam"

Slide 13 - Diapositive

Luister nu goed naar het verhaal en schrijf op welke beeldspraak) je herkent

Slide 14 - Diapositive


Leuke toevoeging in de boekpresentatie:
aan het einde van jouw bespreking een quiz (controleer of de klas goed heeft geluisterd! Is er een winnaar?)
een discussievraag n.a.v. bepaalde inhoud uit het door jou gelezen boek (doorvragen!).
Geef voordat je begint de structuur aan van de presentatie
Geef aan wat je vindt van het boek, m.b.v. beoordelingswoorden en geef uitgebreide argumenten! (Het is spannend > Vertel hoe de spanning wordt opgebouwd? Voorbeelden?)
Zijn er boekrecensies? Lees er eens een paar voor.



Slide 15 - Diapositive