Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Lezen
timer
15:00
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Uitleg beoordelingswoorden
Uitleg beeldspraak
Voorlezen fictie blok 2
Doel van de les:
- Je kunt een verhaal met beoordelingswoorden onderbouwen
- Je weet wat beeldspraak is
Slide 2 - Diapositive
Beoordelingswoorden
Beoordelingswoorden zijn woorden waarmee je een beoordeling geeft over bijvoorbeeld een boek, film of iets anders.
Voorbeelden van beoordelingswoorden:
Spannend
Mooi
Ontroerend
Grappig
Slide 3 - Diapositive
Beoordelingswoorden
Slide 4 - Diapositive
Beoordelingswoorden
Slide 5 - Diapositive
Opdracht:
1. Bedenk wel genre(s) jouw boek heeft.
2. Geef met 4 beoordelingswoorden aan wat jij tot nu toe van je boek vindt (2 daarvan zeggen iets over wat het verhaal met je doet en 2 zeggen iets over hoe realistisch je het verhaal vindt. Kijk op blz 66 in je lesboek)
Slide 6 - Diapositive
Beeldspraak
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik.
Schrijvers gebruiken vaak beeldspraak
voor een verrassend effect.
Slide 9 - Diapositive
Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik.
Schrijvers gebruiken vaak beeldspraak
voor een verrassend effect.
Er zijn 4 vormen van beeldspraak:
- vergelijking met als (hij is zo groot als een reus)
Slide 10 - Diapositive
Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik.
Schrijvers gebruiken vaak beeldspraak
voor een verrassend effect.
Er zijn 4 vormen van beeldspraak:
1. vergelijking met als (hij is zo groot als een reus)
2. vergelijking zonder als (hij is een beer van een vent)
Slide 11 - Diapositive
3. Metafoor
Bij een metafoor vervang je het object (de werkelijkheid) door een beeld. Let op: ook spreekwoorden zijn vaak metaforen!
Ruim die zwijnenstal eens op!
De appel valt niet ver van de boom.
Slide 12 - Diapositive
4. Personificatie
Met een personificatie geef je een menselijke eigenschap aan
iets dat geen mens is.
"De wind streelde haar haren"
"De bomen fluisterden zachtjes haar naam"
Slide 13 - Diapositive
Luister nu goed naar het verhaal en schrijf op welke beeldspraak) je herkent