Ma 21 okt Voor- en achtervoegsels



Voor- en achtervoegsels
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon



Voor- en achtervoegsels

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Achtervoegsel
Door het achtervoegsel kan de betekenis van het woord veranderen. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voorvoegsels/  achtervoegsel

Welke voor- en achtervoegsels ken je al?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

VOOR- of ACHTERVOEGSEL

- kijk of het woord bestaat uit een woord met een voorvoegsel en / of een achtervoegsel:


je misdragen = je slecht gedragen

hersenloos = zonder hersens = dom

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voor- en achtervoegsels
Sommige moeilijke woorden hebben een voorvoegsel of een achtervoegsel. Dat voor- of achtervoegsel kun je gebruiken om de betekenis te bedenken.

Kun je voorbeelden noemen van woorden met deze achtervoegsels?

Slide 5 - Diapositive

antipesten
herinrichten
oneerlijk
wantrouwen
kinderachtig
kinderloos

Achtervoegsel
Bij sommige woorden kun je een stukje achter het woord toevoegen.
De betekenis van het woord verandert door dit achtervoegsel:
waarde
waarde + loos (= achtervoegsel) = waardeloos (betekenis: zonder waarde)


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor- en achtervoegsels

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een achtervoegsel?
A
Heksenhuis
B
Smaakvol
C
Onbestelbaar

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een achtervoegsel?
A
een werkwoord
B
een voornaamwoord
C
een toevoeging, die steeds dezelfde betekenis heeft
D
een lidwoord

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

achtervoegsels zijn
A
loos-wan-lijk
B
loos-lijk-heid
C
wan-heid-teit

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is GEEN achtervoegsel?
A
-teit
B
-heid
C
-inter
D
-baar

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een woord met een achtervoegsel?
A
fietstocht
B
smaakvol

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

heeft voor- en/of achtervoegsel
heeft GEEN voor- en/of achtervoegsel
abnormaal
onschuld
hiërogliefenschrift
luiaard
leesbaar
vermenigvuldigen
speerwerpen
oorlogsgod
groentje
antivries
regenachtig
beroepskeuze
zangeres
smakenpalet

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wel een achtervoegsel
Geen achtervoegsel
onfatsoenlijk
Praktijk
gewoonlijk
polderdijk

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Woord met achtervoegsel
Woord zonder achtervoegsel
bruikbaar
tafelkleed
waardeloos
pindasaus
smaakvol
kritisch
moedig
wangedrag

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Achtervoegsel
Voorvoegsel

Onacceptabel
Vriendloos
Hertentamen

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Woorden met voorvoegsel
Woorden met achtervoegsel
waardevol
eindeloos
herexamen
onnodig

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

voorvoegsel
achtervoegsel
hergebruiken
informeel
herexamen
jaarlijks
zinloos
bruikbaar

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions