Used to + question tags

• Engels
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1-4

Used to + Question tags

Volgende keer ook Would erbij

Lesson Goals

Aan het einde van de les:

• weet je wanneer je "used to" moet gebruiken.
• kun je "used to" in een zin gebruiken.
• weet je wat question tags zijn.
• kun je question tags gebruiken.

Some examples - Used to

I used to be small    -     Vroeger was ik klein

She used to have braces    - Vroeger had ik een beugel.

We used to play football every week - Vroeger speelden we elke week voetbal.

Used to

Om te zeggen dat iets vroeger gebeurde.

I used to have long hair
(but now I have short hair).

He used to smoke
(but now he doesn't smoke).

They used to live in India
(but now they live in Germany).

used to + hele werkwoord

Used to ......

'Used to' is vroeger'

'Vroeger' hoef je in de zin niet te vertalen!

Dus:

Vicky woonde vroeger bij haar opa

=

Vicky used to live with her grandad.

Vorm

De vorm 'used to' wordt gebruikt met alle onderwerpen:

I used to live

He/she/it used to live

we used to live

you used to live

they used to live

Fill in the correct form:
Grandpa ___ 5 miles every day.

1. used to swim
2. used to swam
3. used to swum
4. used to swimmed

Vul de vorm van used to in.

She ____ (to eat) meat.

Vul de vorm van used to in.

I ____ (to sing) in the shower.

Vul de vorm van used to in.

They ____ (to live) there.

Vul de vorm van used to in.

I ____ (to dance) with him.

Vul de vorm van used to in.

We ____ (to come) here.

Question tags

 Question tags zijn de korte vragen die je regelmatig terugziet aan het einde van een Engelse zin. Je zou ze kunnen vertalen met "toch?" of "hè?". Herhaling 2de

Question tags 

Na een bevestigende zin ( + ),

komt een ontkennende ( - ) en andersom.

You're at school, aren't you?

He can't hear me, can he?

Hi there, it's Sharon, isn't it?

Stappenplan Question Tags

1. Kijk naar de normale zin: is die positief (+) of negatief (-)?
2. Schrijf bij een positieve zin de negatieve vorm van het werkwoord achter de zin 
   Schrijf bij een negatieve zin de positieve vorm van het werkwoord achter de zin.

You aren't hungry,

Thomas works fulltime,

We could help,

are you?

doesn't he?

Couldn't we?

Question tags

Question tag is een aangeplakte vraag.

- als de hoofdzin - is, is de question tag + en andersom.

- je gebruikt het onderwerp en werkwoord.

HULPWERKWOORDEN

can, could, will, would, shall, should, may, might, must

De question tag herhaalt het hulpwerkwoord uit de hoofdzin. Als de hoofdzin positief is, wordt de tag negatief. Is de hoofdzin negatief, dan wordt de tag positief. Hier is hoe het werkt:

We could help, Couldn't we?

we couldn't help, Could we?

Geen hulpwerkwoord dan gebruik je een vorm van to do:

Thomas works fulltime, Doesn't he?

question tags

Verleden tijd

Nick broke a window last night, didn't he

They lived on Baker Street, didn't they

Examples of question tags

It is nice weather, isn't it?

We are late, aren't we?

He works very hard, doesn't he?

Welke bewering over question tags is juist?

1. Bevestigend wordt ontkennend en andersom
2. Bevestigend en ontkennend blijven hetzelfde
3. Er zijn geen ontkennende zinnen bij question tags
4. Bevestigend en ontkennend heeft hier niks mee te maken

Question tags:
Als de zin [...] is,
dan is de tag [...]

1. bevestigend, bevestigend
2. ontkennend, bevestigend
3. bevestigend, ontkennend
4. ontkennend, ontkennend

Question Tags
Welke zin is correct?

1. Tom is very strong, is he?
2. Tom is very strong, isn't he?
3. Tom is very strong, don't he?
4. Tom is very strong, was he?

Question Tags

These women are independent, ...?

1. are they
2. aren't they
3. are she
4. aren't she

Question tags
She sings beautifully,____?

1. isn't it?
2. doesn't she?
3. didn't she
4. don' t she

Write the question tag!
Sheila won't be there, __________?

Write the Question Tag!
My friends have never been to Paris, _______?

Write the Question Tag!
Mary likes to sing, __________?

Work time

do the exercises on the Somtoday