Betoog schrijven 3F examenvoorbereiding

Argumenteren: betoog

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Argumenteren: betoog

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
We zetten nog even de puntjes op de i als het gaat om het schrijven van een betoog.
Tekst

Slide 2 - Diapositive

Wat is het schrijfdoel van een betoog?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 3 - Quiz

Tijdens het examen is het handig om het schrijfplan uit je hoofd te kennen. Wat is de juiste volgorde?

Slide 4 - Question ouverte

Inleiding
- onderwerp introduceren
- aandacht lezer trekken
- benoemen stelling en standpunt
Kernalinea 1
Argument 1 uitwerken 
'ten eerste', 'allereerst' 
Kernalinea 2
Argument 2 uitwerken
'ten tweede', 'daarnaast', 'bovendien'
Kernalinea 3
Tegenargument uitwerken en direct weerleggen door goede ontkrachting
Slot
Conclusie geven
'dus', 'kortom'
Opbouw betoog

Slide 5 - Diapositive

Als je dit schema gebruikt, dan mis je nog een essentieel onderdeel, wat?

Slide 6 - Question ouverte

Stel, het onderwerp van het betoog is: de legalisering van softdrugs. Welke stelling/standpunt kun je daarbij verzinnen?

Slide 7 - Question ouverte

Stel, het onderwerp voor het betoog is:
jongeren en maatschappelijke dienstplicht.
Welke stelling zou je daarbij maken?

Slide 8 - Question ouverte

Wat schrijf je zeker in je inleiding?
A
Een inleidend verhaal over het onderwerp
B
Een stelling over het onderwerp en wat je standpunt is.
C
Het eerste argument
D
Het eerste tegenargument

Slide 9 - Quiz

Welke signaalwoorden kun je gebruiken om je eerste argument aan te geven?
A
Allereerst
B
Vervolgens
C
Ten eerste
D
Bovendien

Slide 10 - Quiz

Welke signaalwoorden kun je gebruiken om een tweede argument aan te geven?
A
Bovendien
B
Ten tweede
C
Vervolgens
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 11 - Quiz

Met welk signaalwoord kun je een tegenargument aangeven?
A
Maar
B
Echter
C
Daarentegen
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 12 - Quiz

Wat kan je schrijven in je slot?
A
Nieuwe argumenten
B
Een samenvatting van je beste argumenten
C
Nog een laatste tegenargument
D
Een herhaling van je standpunt

Slide 13 - Quiz

Je MOET witregels gebruiken tijdens het schrijven van het betoog
Ja
Nee

Slide 14 - Sondage