Complicaties door inactiviteit/bedrust

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Welke bedrust complicaties kun je bedenken?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Met welke hulpmiddelen voorkom je complicaties zoals bedrust?
A
De waskar meenemen
B
Juiste kussenschikking
C
Voetenbankje/dekenboog
D
Een goede houding

Slide 10 - Quiz

Trombose
Spieratrofie
Blaas
ontsteking
Long
ontsteking
Osteoporose
Bloed in
urine
Door gips
Sneller
botbreuken
Men wordt
kleiner
Koorts
Bloed 
ophoesten
Inactiviteit
Hoesten als
zeehond
Vaak plassen
Kans op
hartinfarct

Slide 11 - Question de remorquage

Slide 12 - Diapositive

Longontsteking = pneumonie
- Ontsteking van het longweefsel
- Kleine vertakkingen van de longen en longblaasjes zijn ontstoken

Ontstaan?
Virus of bacterie, soms schimmels.
Bij ouderen/ verstandelijk gehandicapten --> voeding in luchtpijp = aspiratiepneumonie 

Slide 13 - Diapositive

pneumonie (longonsteking) 
  • Komt vooral voor na operaties aan buik of thorax.
  • pijn of angst voor pijn zorg dat mensen niet goed doorademen of (slijm) ophoesten
  • verminderde weerstand
  • bij eten/drinken in bed verslik je je makkelijker

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Obstipatie

Harde droge ontlasting die bijna niet kan worden uitgescheiden.

Mogelijke oorzaken:

  • Weinig drinken;
  • Te weinig vezelrijke voeding;
  • Weinig bewegen;
  • Medicatie;
  • Aambeien;
  • Te lang ophouden van ontlasting.

Slide 16 - Diapositive

Obstipatie voorkomen

  • Gezond voedingspatroon.
  • Veel drinken
  • Regelmatig bewegen

Slide 17 - Diapositive

Trombose

Slide 18 - Diapositive

Wat is trombose?

Slide 19 - Diapositive

Bloedprop

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Risicofactoren

Leeftijd
De pil
Immobilisatie --> Minder bewegen 

Slide 22 - Diapositive

Trombose in het been

Slide 23 - Diapositive

Diep veneuze trombose
Rode huid
Warm
Pijnlijk (tijdens wandelen)
Zwelling
Glimmende huid

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

trombose 1
  1. in bloedvat ontstaat een stolsel (trombus)
  2. bloedvat vernauwt zich(trombose)
  3. bloeddoorstroming vermindert

Slide 26 - Diapositive

trombose 2

in een ader ontstaat dan:

  • trombosebeen (DVT), risico van longembolie

in slagader ontstaat dan:

  • etalagebenen
  • hartinfarct
  • herseninfarct

Slide 27 - Diapositive

DVT- gevolgen

Slide 28 - Diapositive

Verzorging van mensen met een motorische beperking
Contracturen = 
een niet normale stand van een gewricht of lichaamsdeel


Slide 29 - Diapositive

Decubitus
Verder te bestuderen in je boek! Hoofdstuk 2. 

Slide 30 - Diapositive

Wat zijn bij bedlegerige cliënten de 2 plaatsen waar decubitus het meest voorkomt?
A
stuit en hielen
B
stuit en schouders
C
schouders en hielen
D
oorlel en hielen

Slide 31 - Quiz

Wat is de belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van decubitus op een specifieke plaats?
A
diabetes
B
eiwittekort in de voeding
C
te hoge druk op de huid
D
weinig beweging

Slide 32 - Quiz

Welke groep cliënten loopt het meeste risico op het ontwikkelen van decubitus?
A
mensen die bed- of rolstoel gebonden zijn en weinig bewegen
B
mensen met een slechte algemene conditie
C
ouderen
D
te dikke mensen

Slide 33 - Quiz

Wat is smetten?

Slide 34 - Question ouverte

smetten gaat vaak samen met
A
virus infecties
B
bacterie infectie
C
schimmel infecties

Slide 35 - Quiz

3 fasen van smetten
  • rode huid, maar nog wel intact.
  • rode, nattende huid. Gaat al kapot
  • rode, nattende, kapotte huid met een infectie

Slide 36 - Diapositive

maatregelen tegen smetten

Slide 37 - Carte mentale

Wat betekent Osteoporose?
A
Extreem dunne botten
B
Losse botten
C
Zware botten
D
Poreus bot

Slide 38 - Quiz

Wat houdt osteoporose in?
A
De aanmaak van botweefsel is gestopt
B
Bot verliest botmineralen , vooral kalk, daardoor minder sterkt botweefsel-> botbreuken
C
Er worden teveel botmineralen, vooral kalk aangemaakt. Het bot wordt hier broos van--> Botbreuken.
D
De pezen verliezen hun kracht waardoor een bot steeds minder sterk wordt en kan breken.

Slide 39 - Quiz

Bij wie komt Osteoporose voor?

Slide 40 - Carte mentale