Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
- heeft altijd een ander werkwoord nodig
- begint vaak met ge- (soms met be- of ver-)
- eindigt op -en of op en -d of -t
Dat hebben de jongens mooi gemaakt.
Schiet op! De les is al begonnen.