Formatieve toets - H3

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Formatieve toets 

Hoofdstuk 3 

Organismen leven samen

11 februari 2021

Lesinhoud

- Uitleg

- Formatieve toets

- Inleveren

Welk soort snavel zie je op de afbeelding?

1. Haaksnavel
2. Zeefsnavel
3. Kegelsnavel
4. Pincentsnavel

Welk soort voedsel eet de vogel in de afbeelding?

1. Zaden
2. Insecten
3. Waterplanten
4. Kleine dieren, zoals muizen

De vogel is een warmbloedig dier. Leg uit hoe de vogel toch warm kan blijven bij lage temperatuur.

Levende invloeden

Maak goede combinaties

Niet- levende invloeden

voedsel

wind

roofdieren

temperatuur

schuilplaats

licht

In de afbeelding hierboven zie je de dwarsdoorsnede van een blad.

Geef de namen van de nummers 2 en 4
Kies uit A, B, C, D

1. 2: Huidmondje 4: Bladnerf
2. 2: Opperhuid 4: Bladgroenkorrel
3. 2: Bladnerf 4: Opperhuid
4. 2: Bladgroenkorrel 4: Huidmondje

Wat is de taak van de bloemen?

Wanneer sluit een plant zijn huidmondjes?

Een woestijnplant wordt vergeleken met een plant uit het bos.

Welke plant heeft de meeste huidmondjes en waarom?

1. de plant uit het bos, deze kan dan met de huidmondjes water opnemen.
2. de plant uit het bos, omdat deze minder kans heeft op uitdroging.
3. de woestijnplant, deze kan dan met de huidmondjes water opnemen.
4. de woestijnplant, omdat deze minder kans heeft op uitdroging.

Houtvaten vervoeren verschillende stoffen. Welke stoffen zijn dit?

1. Water en glucose
2. Water en mineralen
3. Water, glucose en voedingsstoffen
4. Water, mineralen en voedingsstoffen

Producenten

Consumenten

Afvaleters

Reducenten

Mineralen

Zet de volgende organismen in de juiste volgorde om een voedselketen te vormen.

Planten hebben wel organen. Sleep de organen naar de juiste functie 

Transport van stoffen 

Voedsel maken (fotosynthese)

water en voedingsstoffen uit de grond opnemen

Stengel

Wortel

Bladeren

Welk deel van de plant eet je?

Sleep het onderdeel naar de juiste voedingsmiddel.

stengel

stengel

blad

blad

vrucht

vrucht

wortel

wortel

bloem

bloem

zaad

zaad

Even oefenen! Welke functie hoort bij welk orgaan? 

De stengel

Het blad

1. Dit orgaan is voor de voortplanting. Hier ontstaan zaden, waaruit nieuwe planten groeien.

2. Water met mineralen opzuigen en vastzetten in de grond

3. Hierin lopen de nerven die zorgen voor vervoer van water en stoffen. Tussen de nerven zit bladmoes, daar maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen.

4. Dit houdt de plant overeind. Hierin lopen dunne 'buisjes' die water en stoffen naar de bladeren en bloemen vervoeren.

Uit hoeveel schakels bestaat deze voedselrelatie?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Sommige invloeden zijn uit de levende natuur. In welke zinnen staan levende invloeden?

1. Boommarters jagen op eekhoorns.
2. Eekhoorns knagen aan dennenappels.
3. Het bos blijft nat op plaatsen waar weinig zonlicht komt.
4. Overdag blijft het redelijk koel in het bos.

Levende invloeden

Maak goede combinaties

Niet- levende invloeden

voedsel

wind

roofdieren

temperatuur

schuilplaats

licht

Uit de afbeelding zijn drie voorbeelden gekozen van invloeden. In welke zinnen staan, zowel levende als niet levende invloeden ?

1. Boommarters jagen op eekhoorns.
2. Eekhoorns knagen aan dennenappels.
3. Het bos blijft nat op plaatsen waar weinig zonlicht komt.
4. Overdag blijft het redelijk koel in het bos.

Woestijnplanten gaan waterverlies tegen door:

1. Dunne grote bladeren zonder waslaag
2. Dikke kleine bladeren met waslaag

Wat zijn voorjaarsbloeiers?

1. Zonplanten die in het voorjaar groeien
2. Kamerplanten die in het voorjaar bloeien
3. Schaduwplanten die in het voorjaar groeien

Woestijnplanten hebben een waslaagje op hun bladeren. Met welke levende invloed heeft dit te maken?

1. Water
2. Licht
3. Temperatuur
4. Wind

14. Cactussen hebben stekels.
Zij zijn daardoor aangepast
aan een droge omgeving.

1. Juist
2. Onjuist

De formule van verbranding is:
glucose + zuurstof > energie + koolstofdioxide + water

1. Goed
2. Fout

Welke vaten vervoeren water en mineralen?

1. Houtvaten
2. Bastvaten

Welke onderdelen vervoeren glucose?

1. bastvaten
2. houtvaten

Planten in droge gebieden hebben:

1. veel huidmondjes
2. weinig huidmondjes

Water gaat de plant in en uit. Welke weg gaat water door de plant ?

1. wortels bladeren stengel huidmondjes
2. huidmondjes bladeren stengel wortels
3. wortels stengels bladeren huidmondjes
4. huidmondjes bladeren wortels stengels

Hoe kan een plant zich beschermen tegen uitdroging?

1. dikke waslaag, weinig huidmondjes,behaarde bladeren
2. verzonken huidmondjes behaarde bladeren, dikke waslaag
3. klein bladoppervlak huidmondjes onderkantblad,
4. zowel a,b als c

Welke voedingsstoffen zijn het belangrijkst voor groei en ontwikkeling van de plant?

1. eiwitten
2. suikers
3. zetmeel
4. vetten