H4, §6: Rechten, plichten en gevolgen

Hoofdstuk 4, §6:
Rechten, plichten
& gevolgen


Deltion ICT Lyceum
2024-2025
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4, §6:
Rechten, plichten
& gevolgen


Deltion ICT Lyceum
2024-2025

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik vorige les
▸ §5: Rechtsstaat
     Terugblik vorige les

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
▸ Kun je uitleggen wat de begrippen recht en rechtspraak inhouden.
▸ Kun je uitleggen wat een overtreding, een misdrijf en een strafblad zijn.
▸ Weet je welke straffen je kunt krijgen na een overtreding of misdaad.
▸ Ken je de gevolgen van het hebben van een strafblad.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieuws:
Geweld tegen de politie

Slide 4 - Diapositive

Bespreek de kop van het nieuwsbericht op de slide:
Iets minder geweld tegen politie, maar aantal incidenten blijft 'onaanvaardbaar hoog' (NOS.nl) en kijk naar de grafiek op de slide. In 2023 waren er iets minder gewelddadige incidenten tegen de politie dan in voorgaande jaren, maar van een sterke daling is geen sprake.

Bespreek daarna met de studenten:
Horen zij in hun omgeving vaak over ernstige geweldsdelicten? Wat denken ze dat hiervan de oorzaken zijn? Leid dit gesprek naar het onderwerp van de les: rechten en plichten, strafrecht en de gevolgen van misdrijven en overtredingen.
Begrippen
Rechten: je mag iets doen, bijvoorbeeld het recht op studiefinanciering die je dus mag aanvragen.

Plichten: iets wat je moet doen, zoals belasting betalen en je aan de wet houden.

Niet iedereen houdt zich eraan, denk aan stemrecht.



Slide 5 - Diapositive

Rechten en plichten
Rechten: Dit zijn dingen die je mag doen of waar je aanspraak op kunt maken. Bijvoorbeeld, het recht op studiefinanciering betekent dat je het recht hebt om financiële ondersteuning aan te vragen voor je studie. Je hebt ergens recht op.

Plichten: Dit zijn dingen die je moet doen. Bijvoorbeeld, de leerplicht houdt in dat je verplicht bent om naar school te gaan tot een bepaalde leeftijd. Je moet je hieraan houden.

Vragen om te bespreken:
  • Wat zou je ervan vinden als stemmen niet alleen een recht is, maar ook een plicht wordt? Dus: wat vind je van stemplicht?
  • Hoe worden rechten en plichten vastgelegd? (Antwoord: in de wet).
  • Hoe wordt ervoor gezorgd dat mensen zich aan rechten en plichten houden?
Het nut
van regels

Wat is het doel van het hebben van regels?

Hoe zorg je dat mensen zich aan de regels houden?

Slide 6 - Diapositive

Bespreek de vragen op het digibord
Regels zijn belangrijk om onze maatschappij ordelijk te laten functioneren. Ze zorgen ervoor dat we conflicten en gevaarlijke situaties kunnen voorkomen. Maar hoe zorgen we ervoor dat mensen zich aan deze regels houden?

Voorbeelden:
  1. Straffen: Mensen die zich niet aan de regels houden, kunnen een boete krijgen of andere strafmaatregelen opgelegd krijgen.
  2. Het goede voorbeeld geven: Door zelf regels na te leven en respect te tonen, laat je anderen zien hoe het hoort.
  3. Belonen: Als mensen zich goed aan de regels houden, kun je dat erkennen of belonen, wat hen motiveert om dat te blijven doen.

Vraag de studenten:
  • Wat vinden ze de beste manier om mensen zich aan regels te laten houden? Straffen, belonen, of het goede voorbeeld geven? Waarom
  • Kunnen ze voorbeelden bedenken van situaties waarin regels hebben geholpen om problemen te voorkomen?

Slide 7 - Vidéo

Bekijk het filmpje en bespreek de vragen:
1. Welke rechten en plichten zie je in het filmpje terug?
Rechten:
  • Het recht om netjes behandeld te worden door de politie.
  • Het recht op een verklaring waarom ze worden staande gehouden.
  • Het recht om geen antwoord te geven op bepaalde vragen.
  • Het recht om contact op te nemen met een ouder (zoals de jongen die zijn vader mag bellen).
Plichten:
  • De verplichting om hun identiteit bekend te maken.
2. Aan welke plichten hebben de scooterrijder en autorijder zich niet gehouden?
Scooterrijder:
  • Geen gerechtigde leeftijd om op een scooter te rijden.
  • Geen geldig rijbewijs in bezit.
  • Rijden op de stoep, wat niet is toegestaan.
Autorijder:
  • Parkeren op een plek waar dat niet mag, in strijd met de verkeersregels.
3. Welke gevolgen heeft het overtreden van de wet voor hen?
  • Scooterrijder: Een boete voor rijden zonder rijbewijs en op de stoep.
  • Autorijder: Risico op een boete voor fout parkeren.
Vuurwapens en cybercrime

Slide 8 - Diapositive

Bespreek de kop van het nieuwsbericht:
Het Openbaar Ministerie (OM) waarschuwt voor de gevaren van vuurwapenbezit onder jonge cybercriminelen. Uit een nieuw rapport blijkt dat de politie regelmatig wapens, munitie en explosieven aantreft bij verdachten van online criminaliteit, waaronder minderjarigen. Meer dan de helft van deze verdachten is jonger dan 25 jaar.

Het OM en de politie benadrukken dat gemeenten, scholen en bedrijven meer moeten doen om jongeren te beschermen tegen en af te houden van cybercriminaliteit.

Vraag aan de studenten:
Kunnen jullie voorbeelden noemen van cybercriminaliteit?

Denk aan:
  • (Online) fraude
  • Phishing (waarbij je wordt misleid om gevoelige informatie te delen)
  • Afpersing (bijvoorbeeld via bedreigingen met persoonlijke informatie)
  • Ransomware-aanvallen (waarbij bestanden worden gegijzeld tegen betaling).

Verdiepende vragen:
  • Waarom denken jullie dat jongeren betrokken raken bij cybercriminaliteit?
  • Wat zouden scholen, gemeenten of bedrijven kunnen doen om dit te voorkomen?
  • Hebben jullie zelf weleens te maken gehad met een vorm van cybercriminaliteit, bijvoorbeeld phishing-mails of nepwebsites?

Slide 9 - Diapositive

Bekijk en bespreek de grafiek:
De grafiek laat zien voor welke typen delicten jongeren tussen 12 en 25 jaar in 2022 als verdachte zijn geregistreerd.

Algemene trends:
  • In 2022 was 1,7% van de jongeren van 12 tot 25 jaar verdacht van een misdrijf.
  • Dit percentage nam toe na een daling in 2020 en 2021.

Verschillen tussen jongens en meisjes:
  • Vermogensdelicten (zoals winkeldiefstal en oplichting) komen het meest voor bij zowel jongens als meisjes.
  • Drugs- en (vuur)wapendelicten worden zelden door meisjes gepleegd.
  • Vernielingen en misdrijven tegen de openbare orde komen vaker voor bij jongens dan bij meisjes.
  • Verkeersdelicten (bijvoorbeeld rijden onder invloed) zijn bij meerderjarige jonge vrouwen minder gebruikelijk.

Vraag aan de studenten:
  • Wat valt jullie op aan de verschillen tussen jongens en meisjes?
  • Waarom denken jullie dat bepaalde delicten vaker door jongens dan door meisjes worden gepleegd?
  • Hebben jullie voorbeelden van vermogensdelicten, zoals fietsendiefstal of winkeldiefstal, in jullie eigen omgeving meegemaakt?
  • Wat zouden volgens jullie goede maatregelen zijn om jongeren minder vaak verdachte te laten worden?
    Denk aan voorlichting, controles of alternatieven bieden.

Slide 10 - Vidéo

Leg uit:
In onze samenleving hebben we regels om ervoor te zorgen dat alles ordelijk en veilig verloopt. Maar alleen regels opstellen is niet genoeg – ze moeten ook gehandhaafd worden. Als iemand zich niet aan de regels houdt, kunnen daar gevolgen aan verbonden zijn. Dit kan variëren van een waarschuwing of boete tot meer ernstige gevolgen, zoals een rechtszaak.

Wat is recht?

Recht is het geheel van regels en wetten die in een land of regio gelden. In een democratische rechtsstaat zijn verschillende manieren om conflicten op te lossen. Rechtspraak is daar één van.




Slide 11 - Diapositive

Wat is recht?
Recht is het geheel van regels en wetten die in een land of regio gelden. Deze regels bepalen wat wel en niet mag, en ze helpen ervoor te zorgen dat de samenleving ordelijk blijft. Iedereen in een land moet zich aan deze regels houden, of je nu een burger, een bedrijf of de overheid bent.

Recht in een democratische rechtsstaat
In een democratische rechtsstaat, zoals Nederland, gelden de volgende principes:
  • Gelijkheid: Iedereen is gelijk voor de wet.
  • Recht op een eerlijk proces: Als er een conflict of overtreding is, heb je recht op een eerlijke behandeling door een rechter.
  • Manieren om conflicten op te lossen: Rechtspraak is een belangrijke manier om conflicten op te lossen. Dit gebeurt in een rechtbank, waar een onafhankelijke rechter beslist wat rechtvaardig is.
Strafrecht in Nederland
Als je verdacht wordt van een overtreding of misdrijf krijg je te maken met het strafrecht.


▸ Een overtreding is een licht strafbaar feit
▸ Een misdaad is een ernstig strafbaar feit.
▸ Het OM brengt de zaak bij de rechter aan.

Slide 12 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een overtreding en een misdrijf?
Overtreding
Een overtreding is een minder ernstige schending van de wet. Het gaat vaak om zaken die de openbare orde of veiligheid verstoren, maar zonder zware gevolgen.

Voorbeelden:
  • Wildplassen
  • Door rood rijden
  • Te hard rijden

Misdrijf
Een misdrijf is een ernstige schending van de wet. Het gaat om zwaardere vergrijpen die vaak een grotere impact hebben op anderen of de samenleving.

Voorbeelden:
  • Geweldpleging
  • Diefstal (zoals het stelen van een mobiele telefoon)
  • Fraude
Nieuws:
Snelrecht voor relschoppers

Slide 13 - Diapositive

Bespreek het nieuwsbericht:
Bij rellen, zoals die in het ADO-stadion in 2022 of de UvA-demonstraties in 2024, wordt regelmatig gebruikgemaakt van (super)snelrecht. Dit is een manier om strafzaken snel af te handelen, zodat verdachten niet lang hoeven te wachten op hun straf. Bij supersnelrecht wordt een verdachte al binnen drie tot zes dagen berecht, terwijl dit bij snelrecht binnen 17 dagen gebeurt. Zaken worden in eerste instantie behandeld door een politierechter, die alleen een beslissing neemt. Als de strafeis echter hoger is dan twaalf maanden, wordt de zaak door een meervoudige kamer met drie rechters behandeld.

Het Openbaar Ministerie zet (super)snelrecht vooral in bij relatief eenvoudige strafzaken, waar de bewijslast duidelijk is. Denk bijvoorbeeld aan situaties waarin iemand op heterdaad is betrapt of waarbij het bewijs op beeld staat. Door snel te handelen, wordt recht gedaan aan de ernst van het delict en wordt ook een duidelijk signaal afgegeven dat dergelijk gedrag niet wordt getolereerd.

Vraag aan de studenten:
  • Wat vinden jullie gepaste straffen voor de relschoppers?
  • Maakt het verschil of je geweld hebt gebruikt tegen anderen, of je ‘alleen’ spullen hebt vernield? 

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Opdracht x
Maak opdracht x vanaf
bladzijde x in je werkboek.
timer
15:00

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Succes deze week, en
tot de volgende les!

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions