wk 5 2021 2022

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

LES 1

Schrijven

• Je oefent met het maken van aantekeningen bij een kort fragment.

Voorbereiden

1. Weet waar de les, presentatie of gebeurtenis over gaat.
2. Bedenk wat je wilt onthouden / te weten moet komen.
3. Leg pen, papier of digitale hulpmiddelen klaar
4. Laat je niet afleiden
5. Schrijf niet alles op wat je hoort, alleen de kernwoorden.
6. Gebruik pijltjes, symbolen, tekeningen.
7. Lees na afloop je aantekeningen door en vul aan waar nodig. 

jeugdjournaal.nl

Cornell methode

In de jaren 50 heeft een hoogleraar een manier ontwikkeld om aantekeningen te maken. Hij werkte op Cornell University. Vandaar de naam. Jij gaat zijn manier nu uitproberen.

Hoe werkt de Cornell methode?

1. Schrijf bovenaan het onderwerp van de les.
2. Verdeel het blad in twee delen.
3. Maak tijdens de les je aantekeningen in het rechter vak: Schrijf niet alles letterlijk over, gebruik steekwoorden, afkortingen, symbolen en tekeningen.
4. In het linker vak noteer je het volgende: Belangrijkste punten, sleutelwoorden, data, plaatsen, namen, enz. Ze moeten horen bij wat er in het rechter veld staat.
5. Maak onderaan een samenvatting.
6. Hou een hand over het rechter veld en overhoor jezelf.

Spelling

Je kunt aan het einde van de les de bezitsvorm correct spellen

De bezitsvorm

Peter

Marieke

Jan

Chantal

Corné

Richard

Mark

computer

theeglas

handzaag

schaar

laptop

mobiel

toets

In de vorige dia heb je gemerkt dat je iedere keer een 

-s- achter het zelfstandig naamwoord plakt om de bezitsvorm te krijgen.

Hoofdregel bezitsvorm: schrijf een -s- achter het zelfstandig naamwoord.

De onderstaande voorbeelden zijn juist. Leid aan de hand van deze voorbeelden de uitzonderingsregels op de hoofdregel af.

1. Paolo's gerecht, guppy's voer, Ravi's sneakers.

2. Lotus' zusje, Alex' vakantie, Joyce' studio.

Twee uitzonderingen:

1. Het zelfstandig naamwoord eindigt op een lange klinker of een -y. Je krijgt dan 's   Opa's stoel / Amy's roddels

2. Het zelfstandig naamwoord eindigt op een sisklank. Je krijgt dan '    Max' boek  / Maurice' computer

Opdrachten maken (1Q)

blz. 244 opdr 2

blz. 245 opdr 5

blz. 243 opdr 1

blz. 245 opdr 5

Bovenstaande opdrachten vormen het huiswerk voor de volgende les. 

Opdrachten maken (1N en 1P)

blz. 236 opdr 23

blz. 237 opdr 26

blz. 235 opdr 22

blz. 237 opdr 26

Bovenstaande opdrachten vormen het huiswerk voor de volgende les. 

LES 2

Schrijven

• Je weet welke schrijfdoelen er zijn
• je kunt vaststellen bij welk tekstsoort een schrijfdoel past
• je kunt het taalgebruik voor je publiek bepalen

Wat voor een teksten schreef jij op de basisschool?

Schrijf je in je vrije tijd wel eens? Zo ja, wat voor een teksten zijn dit?

Schrijf je de teksten of typ je de teksten liever? Leg je voorkeur uit.

Welk doel kan de schrijver met zijn tekst hebben?

Tekstsoorten en -doelen

1. Informerende teksten - informeren
2. Uiteenzettende teksten - uitleggen
3. Beschouwende teksten - mening vormen
4. Betogende teksten - overtuigen
5. Aansporende/activerende teksten - overhalen/activeren
6. Amuserende teksten - amuseren/vermaak

Opdracht in tweetallen

Eén van jullie opent een document waar jullie beiden in kunnen werken. Zoek nu bij ieder tekstsoort een voorbeeld op internet. Plak dit voorbeeld in je document en typ er duidelijk bij om wat voor een tekstsoort het gaat. 

Spelling

• We herhalen in deze les de bijvoeglijke naamwoorden en het meervoud van zelfstandige naamwoorden.
• We bekijken de leerwijzer voor de 1-toets spelling volgende week

Opdrachten maken (1N en 1P) nakijken

blz. 236 opdr 23

blz. 237 opdr 26

blz. 235 opdr 22

blz. 237 opdr 26

Bovenstaande opdrachten vormen het huiswerk voor de volgende les. 

Het bijvoeglijk naamwoord 

Er zijn 3 soorten bijvoeglijke naamwoorden: een gewoon bnw, een stoffelijk bnw en een bnw afgeleid van een ...(1..). Een stoffelijke bn  afgeleid van een oude stof krijgen altijd ..(2).. Nieuwe stoffen krijgen ..(3..). Als het gewone voltooid deelwoord op een -t- of een -d- eindigt, schrijf je het bnw daarvan zo ..(4).. mogelijk tenzij er een ..(5).. is. Als het gewone vdw eindigt op -en schrijf je deze ook zo als bnw. 

Het (redden) hondje

De (beantwoorden) brief

Een (nylon) tas

Een (metaal) trap

De (witten) muur

meervoud van een znw

In week 45 hebben we het meervoud van het zelfstandig naamwoord behandeld. Neem de regels nog een keer door met de volgende dia. 

Vervolgens gaan we in dia 33 oefenen met 2 opdrachten.

docs.google.com

drive.google.com