Signaalwoorden | eerst, dan, daarna, vervolgens, ten slotte (TC - A2 | thema 3)

Signaalwoorden 
eerst, dan, daarna, vervolgens, ten slotte
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Signaalwoorden 
eerst, dan, daarna, vervolgens, ten slotte

Slide 1 - Diapositive

Maak een goede zin met EERST
doe | water | in een pan | je.

Slide 2 - Question ouverte

Maak een goede zin met DAN
de pan | je | op het vuur | zet.

Slide 3 - Question ouverte

Maak een goede zin met DAARNA
kook | je | het water.

Slide 4 - Question ouverte

Maak een goede zin met VERVOLGENS
de eieren | in het water | leg | je.

Slide 5 - Question ouverte

Maak een goede zin met TEN SLOTTE
kook | 3-7 minuten | je | de eieren.

Slide 6 - Question ouverte

Schrijf jouw eigen zinnen.

Slide 7 - Diapositive

Wat ga je morgen doen?
(gebruik: EERST)

Slide 8 - Question ouverte

Wat ga je morgen doen?
(gebruik: DAN)

Slide 9 - Question ouverte

Wat ga je morgen doen?
(gebruik: DAARNA)

Slide 10 - Question ouverte

Wat ga je morgen doen?
(gebruik: VERVOLGENS)

Slide 11 - Question ouverte

Wat ga je morgen doen?
(gebruik: TENSLOTTE)

Slide 12 - Question ouverte

Vertel aan jouw klasgenoot.

Slide 13 - Diapositive

Je bent moe. Je wilt gaan slapen.
Wat doe je?

Slide 14 - Diapositive

Jouw familie komt op bezoek.
Wat doe je?

Slide 15 - Diapositive

Je geeft een feest.
Wat doe je?

Slide 16 - Diapositive

Kun je de woorden 'eerst, dan, daarna, vervolgens en ten slotte' nu goed gebruiken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage