13-1: (Gedicht maken over) zwerfafval

Zwerfafval 
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Zwerfafval 

Slide 1 - Diapositive

De opbouw van de les
1. Terugblik en voorkennis
2. Filmpje
3. Ervaringen uitwisselen in tweetallen
4. Uitleg opdracht
5. Uitleg rijm (sommige aan het werk)
6. Oefenen
7. Aan de slag: in tweetallen of individueel
8. Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Terugblik 
Gelezen boek->filmpje gemaakt.

Filmpje insturen of op verslag op papier inleveren. 
Welk verschil voor het milieu heeft dit?

Wat weten we over zwerfafval?
Wat zijn de gevolgen hiervan?

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
- Aan het eind van de les weet je wat je kunt doen om het zwerfafval te verminderen.
- Je kent de begrippen eindrijm, alliteratie en assonantie.
- Je hebt aan het eind van de les een kort gedicht gemaakt over zwerfafval waar minimaal één rijmsoort in voorkomt.

Slide 4 - Diapositive

Gooi jij wel eens wat op straat ?
JA
NEE

Slide 5 - Sondage

Wat gebeurt er met afval dat op straat wordt gegooid?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Vidéo

Wat is zwerfafval?

Slide 8 - Diapositive

Wat is zwerfafval?
Zwerfafval is al het afval dat op straat of in de natuur rondslingert. Het is daar bewust of onbewust door mensen weggegooid/achtergelaten. Het belandt op plekken die daar niet voor bestemd zijn. 

Slide 9 - Diapositive

Wat is zwerfafval?
Per jaar belandt tussen de 35 en 140 miljoen kilo zwerfafval  op straat of in het groen. 

Door wind of via rivieren kan het in zee terechtkomen.

Slide 10 - Diapositive

Wat zijn de gevolgen van zwerfafval
voor het milieu en voor je gezondheid?

Slide 11 - Diapositive

Gevolgen van zwerfafval
  • Afval komt in zee terecht (plastic soep)
  • Dieren eten het afval en gaan er aan dood
  • Wij eten dieren en drinken water waar plastic deeltjes in zitten
  • De leefomgeving van sommige mensen wordt onaangenaam en onveilig.

Slide 12 - Diapositive

De kosten van zwerfafval

Slide 13 - Diapositive

€ 193.000.000
per jaar!!!

Slide 14 - Diapositive

Maatschappelijke kosten

Maatschappelijke kosten = kosten die voor rekening komen van de samenleving.


De kosten van milieuvervuiling/zwerfafval worden betaald door de overheid.



Slide 15 - Diapositive

Uitwisselen
Wat komt er van jullie in zwerfafval terecht?

Slide 16 - Diapositive

Zwerfafval, wat kunnen we ermee en eraan doen?


Slide 17 - Diapositive

Recycling
Van veel afval kunnen nieuwe materialen gemaakt worden. Dit noem je recycling.

Voordelen van recycling:
  • Er worden minder grondstoffen uit de natuur gehaald.
  • Er hoeft minder afval verbrand te worden.


Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Hergebruiken

Het opnieuw gebruiken van materialen.

Slide 20 - Diapositive

Check
Weet jij wat je kunt doen om zwerfafval te verminderen?

Slide 21 - Diapositive

Gedicht maken
Campagne tegen zwerfafval.

Slide 22 - Diapositive

Aantrekkelijk gedicht
Rijm erin verwerken.

Welke rijmsoort ken je al?

Slide 23 - Diapositive

Assonantie, alliteratie, eindrijm
Assonantie = klinkerrijm
lOpen-zOnen     tril-minder    staar-avond    mond- donker

Alliteratie = medeklinkerrijm aan het begin van woord/klemtoon
Wind- beWegen    zingen- zagen     recht- rode
Eindrijm= laatste stuk van woord/regel eindigt met dezelfde klank   lang-bang     springen- dingen    mensen-wensen

Slide 24 - Diapositive

Wat is een juiste vorm van alliteratie?
A
Bozige dromen
B
Verlaten velden
C
Omarm - warm
D
Wond - hond

Slide 25 - Quiz

wat is een alliteratie
A
de keffende hond
B
de brallende bruut
C
de plakkende prut
D
de stotterende stiefzus

Slide 26 - Quiz

Waar vind je de assonantie?
A
Morgen - wolken
B
Traag - kat
C
Spinnende Suikers
D
Vrouwen - mouwen

Slide 27 - Quiz

Welke woordgroep is geen assonantie?
A
Strevend leven
B
Tevreden - beneden
C
Bomen dorren
D
Neem geen

Slide 28 - Quiz

Wat is een voorbeeld van eindrijm?
A
Grote gorilla
B
Leentje leerde Lotje lopen.
C
Ik luister muziek. Ik ben uniek.
D
Willem Wever

Slide 29 - Quiz

Waar zie je eindrijm?
A
lopen - dromen
B
drink-links
C
dragen-vragen
D
mooi- mens

Slide 30 - Quiz

Mat
Wie weet hierop een woord met:
assonantie
alliteratie
eindrijm

Slide 31 - Diapositive

Mat
Assonantie: bal
Alliteratie: mens
Eindrijm: kat

Slide 32 - Diapositive

Bedenk twee voorbeelden bij:
Assonantie (klinkerrijm)
Alliteratie (medeklinkerrijm)
Eindrijm

Slide 33 - Diapositive

Hoe kun je iets voor in het gedicht bedenken?
1. Bedenk wat je wilt zeggen en maak daar een zin bij.
Afval is troep.
2. Bedenk op welk woord je gaat rijmen en kies de rijmsoort.

Of: je bedenkt twee regels en kijkt welke rijm je erin kunt vinden.
Zwerfaval is een slechte zaak.
Het is zonde dat dit er zoveel is.

Slide 34 - Diapositive

Aan de slag
Je maakt een gedicht over zwerfafval.
Je zorgt dat minimaal een van de rijmsoorten erin verwerkt is, dus eindrijm, assonantie (klinkerrijm) en/of alliteratie (beginrijm).
Klaar? Dan mag je leren/oefenen voor de toetsweek.

Slide 35 - Diapositive