T6BS7/8 Successie/Aanpassingen bij dieren

Basisstof 7 
Successie
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Basisstof 7 
Successie

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt omschrijven wat successie is
  • Je kunt de kenmerken van  een pionierecosysteem en een climaxecosyteem benoemen
  • Je kunt herkennen of een ecosyteem een pionier- of climaxecosysteem is

Slide 2 - Diapositive

Successie
Successie is de opeenvolging van planten- en diersoorten in een bepaald gebied, waardoor het ene ecosysteem geleidelijk in een ander ecosysteem overgaat

Slide 3 - Diapositive

Verloop van een ecosysteem
- Kale rots - weinig voedingsstoffen, geen leven
- pionierecosysteem - korstmossen ontstaan, vormen een dun laagje bodem met humus
- Mossen en grassen kunnen groeien, andere organismen die hiervan leven
- Lage struikjes kunnen groeien + organismen die daarvan leven
- Climaxecosysteem - loofbossen

Slide 4 - Diapositive

pioniersvegetatie
andere planten en dieren kunnen zich vestigen

Slide 5 - Diapositive

struiken komen en grotere dieren
uiteindelijk komt er bos: het climaxecosysteem

Slide 6 - Diapositive

Pionier-ecosysteem

- Weinig soorten
- Veel individuen van een soort
- Weinig ontwikkelde bodem
- Eenvoudig voedselweb
- Sterk wisselende abiotische factoren
Climax-ecosysteem

- Veel soorten
- Weinig individuen van een soort
- Goed ontwikkelde bodem
- Complex voedselweb
- Constante abiotische factoren
- In Nederland is dit altijd een loofbos

Slide 7 - Diapositive

"Slash and burn" landbouw
Een climaxecosysteem bevat
veel voedingsstoffen
Door dit plat te branden kan
er goed landbouw bedreven 
worden

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Basisstof 8 
Aanpassingen bij dieren

Slide 10 - Diapositive

Leerdoel
  • Je weet wat adaptatie is
  • Je kunt  aanpassingen van dieren aan hun milieu beschrijven en herkennen

Slide 11 - Diapositive

Bas 8 Aanpassingen bij dieren
Dieren zoals die op dit moment leven, zijn het resultaat van aanpassing aan de omgeving waarin zij leven en waaraan zij het beste aangepast zijn, wat ook aan de nakomelingen doorgegeven wordt. 
Het aanpassen aan de omstandigheden noemt men adaptatie.

Slide 12 - Diapositive

Mogelijke aanpassingen
  • water: kieuwen, stroomlijn, waardoor minder weerstand van het water plaatsvindt, ondanks groot gewicht geen zwaar skelet.
  • land: bij groter gewicht een zwaarder skelet en stevige poten, 
  • ondergrond: harde ondergrond: topganger, zachte ondergrond: zoolganger.

Slide 13 - Diapositive

poten van vogels

Slide 14 - Diapositive

snavels van vogels

Slide 15 - Diapositive

kegelsnavel: om zaden te kraken
pincetsnavel: om insecten uit schuilplaats te pikken
haaksnavel: vlees in stukken scheuren
priemsnavel: in de bodem van ondiep water dieren zoeken
zeefsnavel: wateroppervlak afslobberen naar organismen

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Het beginstadium van successie
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 18 - Quiz

Welke dieren hebben de meest gestroomlijnde lichaamsvorm?
A
Landdieren
B
Waterdieren

Slide 19 - Quiz

Welke dieren hebben een zwaarder skelet?
A
Landdieren
B
Waterdieren

Slide 20 - Quiz

Een pionierssysteem is het eindstadium van successie:
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Een voorbeeld van een topganger is...
A
Een kat
B
Een beer
C
Een paard
D
Een mens

Slide 22 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
De snavel van vogels zijn aangepast aan voedsel
B
A en C zijn juist
C
De poten van vogels zijn aanpast aan hun omgeving

Slide 23 - Quiz

Deze poten zijn van een....
A
steltloper
B
loopvogel
C
roofvogel
D
watervogel

Slide 24 - Quiz