Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
inleiding en slot
Slide 1 - Diapositive
Deze les
Herhaling les 25
Uitleg les 26
Slide 2 - Diapositive
Herhaling
Herhaling
Slide 3 - Diapositive
Wat is de functie van de inleiding?
A
introductie van het verhaal
B
samenvatten
C
vooruitblikken
D
een probleem aanstippen
Slide 4 - Quiz
een inleiding heeft maar één functie
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quiz
Sleep de inleiding naar de juiste beschrijving. De beste inleiding komt als laatst.
Er wordt in de inleiding geen standpunt genoemd.
Het onderwerp wordt niet geïntroduceerd.
Het onderwerp wordt geïntroduceerd én het standpunt wordt genoemd.
Waarom zijn havo-5 leerlingen niet succesvol op het hbo?
Een groot deel van de leerlingen die van de havo naar het hbo gaan is niet succesvol
Verschillende autoriteiten hebben hier wat over te melden, hoe kan de stap naar het hbo makkelijker gemaakt worden. Een zesde jaar op de havo kan misschien helpen.
Een havo 6-jaar op onze school, is dat de oplossing?
Havo 6 zou op geen enkele manier werken. Havo 4-gangers, ‘t zijn stukken tuig. Tenminste, zo staan ze wel bekend. Ze zouden het niet goed doen in het hoger beroepsonderwijs en vaak blijven zitten. Maar lost een havo 6 dat op? Ik weet bijna zeker van niet. Waarom dan niet?
Havisten doen het slecht op het hbo, dat blijkt uit het onderzoek van de Trouw. Ze switchen te veel van opleiding en hebben het moeilijk om goede cijfers te halen op het hbo. De vraag is: is een extra jaar havo goed om je voor te bereiden voor het hbo? Ik zeg van wel.
Slide 6 - Question de remorquage
In de inleiding staat meestal:
A
achtergrondinformatie over het onderwerp
B
een inleiding op het onderwerp
C
de conclusie van een onderwerp
Slide 7 - Quiz
Wat schrijf je in de inleiding?
A
Aan wie je schrijft
B
Wat er allemaal is gebeurd
C
Waar het verslag over gaat
Slide 8 - Quiz
Welke functies kan een inleiding hebben?
A
De aandacht van de lezer trekken.
B
Het onderwerp introduceren.
C
Antwoord A en B zijn allebei juist.
Slide 9 - Quiz
LESDOEL:
Je leert verschillende manieren waarop een schrijver de tekst kan afsluiten.
Slide 10 - Diapositive
Lees belangrijk! blz. 56
Slide 11 - Diapositive
Geef aan op welke manier de schrijver zijn tekst afsluit.
A
Samenvatting
B
Conclusie
C
Advies of waarschuwing
D
Toekomstverwachting
Slide 12 - Quiz
Geef aan op welke manier de schrijver zijn tekst afsluit.
A
Samenvatting
B
Conclusie
C
Advies of waarschuwing
D
Toekomstverwachting
Slide 13 - Quiz
Op welke manieren kun je een tekst afsluiten?
A
samenvatting
B
conclusie
C
advies
D
anekdote
Slide 14 - Quiz
Noem vier verschillende soorten afsluitingen.
Slide 15 - Question ouverte
Wat voor soort afsluiting heeft deze tekst?
A
een samenvatting en een conclusie
B
een advies of waarschuwing
C
een toekomstverwachting
D
een vraag
Slide 16 - Quiz
Wat voor soort afsluiting heeft deze tekst?
A
een samenvatting en een conclusie
B
een advies of waarschuwing
C
een toekomstverwachting
D
een vraag
Slide 17 - Quiz
Wat voor soort afsluiting heeft deze tekst?
A
een samenvatting en een conclusie
B
een advies of waarschuwing
C
een toekomstverwachting
D
een vraag
Slide 18 - Quiz
Sleep de zinnen die bij de inleiding horen naar de juiste soort inleiding.
Een verhaaltje
Een vraag
Het onderwerp vertellen
Heb jij weleens geprobeerd wat gezonder te eten?
In deze paragraaf leer je hoe je je haar kleurt met permanente haarkleuring.
We stonden in de rij bij de kassa, met onze zakjes chips en blikjes drinken. De kassière keek niet bepaald vrolijk toen we allemaal apart wilden afrekenen.
Slide 19 - Question de remorquage
Sleep de zinnen die bij de inleiding horen naar de juiste soort inleiding.
Een verhaaltje
Een vraag
Het onderwerp vertellen
Weleens een oude kaart of liefdesbrief van je (groot)ouders gevonden?
In deze paragraaf leer je hoe de motor van een auto werkt.
Pling! Een bericht op je telefoon van je zakje sla: "Hallo! Ik moet vandaag nog worden opgegeten, anders is het te laat!"
Slide 20 - Question de remorquage
Wat is de functie van de inleiding van een tekst?
A
De inleiding introduceert het onderwerp en wekt de interesse van de lezer.
B
De inleiding bevat de conclusie van de tekst.
C
De inleiding bevat alleen achtergrondinformatie.
Slide 21 - Quiz
Functies van de inleiding
Functies van het slot
De aandacht trekken
Het onderwerp noemen of beschrijven
De aanleiding noemen
Een conclusie geven
De centrale vraag stellen
Een samenvatting geven
Een advies geven
De mening van de schrijver geven
Een samenvatting geven
Slide 22 - Question de remorquage
Vragen? Dan nu aan het werk
Maak opdracht 1, 5, 7, 8, 9 en 10
Slide 23 - Diapositive
LESDOEL:
Je leert verschillende manieren waarop een schrijver de tekst kan afsluiten.