Lezen - H5.3

Lezen - H5.3

Start van de les

• IPad en/of boek op de hoek van je tafel, gesloten.
• Tas op de grond.
• Telefoon thuis of in de kleus
• Sleutels in je tas

Doelen

In deze paragraaf leer je:

• overtuigende en activerende teksten herkennen;

• de bedoeling van de schrijver, teksten of tekstgedeeltes benoemen.

Even herhalen

Signaalwoord van voorbeeld

Signaalwoord van argument of reden

Signaalwoord van conclusie

kortom

dus

als

daarom

want

zoals

Rachid werkt hard op school, omdat hij dokter wil worden.
Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'omdat' aan?

Activerende teksten

De schrijver van een activerende tekst wil de lezer overtuigen. De schrijver geeft niet alleen zijn mening, maar wil dat de lezer iets gaat doen, of juist niet meer doet. Hiervoor geeft de

schrijver argumenten en een duidelijke oproep. Die oproep vind je vaak in de titel of in de afsluitende zin.

In welke tekst wil de schrijver je van zijn mening overtuigen?

1. informerende tekst
2. activerende tekst
3. overtuigende tekst

In welke tekst wil de schrijver je overtuigen iets te gaan doen?

1. informerende tekst
2. activerende tekst
3. overtuigende tekst

In welke tekst wil de schrijver je ergens informatie over geven?

1. informerende tekst
2. activerende tekst
3. overtuigende tekst

Maken

H5.3 Lezen

opdr. 2a en b, 5 en 6

Klaar? H4.3 afmaken

Test Jezelf H5.3

Als er gewerkt wordt aan de opdrachten is het stil in de klas.